In de schaduwe des doods - pagina 76
meditatien voor de krankenkamer en bij het sterfbed
68 ontroerde,
hart
of
dat
de
schrik
in
huis
tot
ernstiger
gedachte
drong.
Ge weet niet wat geestelijke zegeningen door al die gasthuizen o, en ziekenhuizen teloorgaan, tenzij het gestichten zijn, waar de Middelaar beleden wordt, en de toon van het huis en de geest van heel het samenleven opleidt tot dien Eénige, die ons behoeden kan.
Zoekt Hem, zoo roept de profeet, terwijl Hij te vinden is; en dat zoeken van den levenden God heeft zoo diepen zin. Zekere belangstelling in de eeuwige dingen is niet genoeg; ook een meeleven met uw kerk volstaat niet; en evenmin een bezig zijn
met het Woord. Dat alles is nog
denkbaar en bestaanbaar, en komt zelfs veelzonder dat er sprake is van een eigenlijk zoeken van den levenden God. Dan weet men wel veel van zijn God, en men las wel veel van den Heilige Israëls, en men ijverde wel voor zijn Naam, en men was wel bekommerd over zijn ziel, en strekte de hand wel uit naar de eeuwige erfenisse, maar het innig ziels verlangen ging nog niet naar vuldig
voor,
den God des levens uit. Het was nog niet wat David uitroept:
„Gelijk het hert schreeuwt naar de waterstroomen, zoo schreeuwt mijn ziele naar U, o God!" En toch op dat zoeken van God zelf komt het aan, want waar is anders die liefde, die het zoet der ziel moet zijn, waar toch de apostel zoo stellig betuigt, dat het nog niets is dan een klinkend metaal en een luidende schel, of ge al nog zoo rijk in alle genadegaven zijt, zoolang ge nog staat buiten het mysterie der volzalige liefde. lief, want de Heere hoort mij," is de uitroep van een naar den levenden God dorstte, die buiten Hem niet langer kon, en nu eindelijk antwoord kreeg op haar roepen, en bij het gewaarworden van die verborgene gemeenschap, de heiligste liefde, de liefde van haar God, zoo onweerstaanbaar voelt tintelen.
„Ik
ziel,
heb
die
En nu dan weer
is
het wel zoo, dat de dagen van beterschap na het ziekbed
teleurstellen.
Als straks de kracht weer in het bloed komt, en de pols weer een krachtiger klop geeft, en we terugkeeren tot het drukke, bezige leven met al zijn afleiding, al zijn verleiding en al zijn verstrooiing, dan is de ontnuchtering vaak zeer bang en schijnt het soms, of al die zalige bevinding op het ziekbed slechts zelfbedrog is geweest, zoo ver als we
dan soms weer van onzen God afdolen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1893
Abraham Kuyper Collection | 316 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1893
Abraham Kuyper Collection | 316 Pagina's