Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 101
Deel een. Inleidend deel
,
Afd.
Hfst.
2
optreden van mannen
III.
als
DE SCHOLASTIEK.
§ 51.
Alanus ab
bisschoppen, en
wend tegen de
Aristoteliaansche nieuwigheid op
Victor de pen
als
traden enkele
;
om
op,
;
en namen practische
Johannes van Salisbury en Gualtherus
gebied te bestrijden
theologisch
twijfelingen of
Paus Johannes XXI, een oogenblik waarschu-
zelfs
en gemoedelijke schrijvers St.
hun
die
met behulp van Aristoteles verdedigden
ketterijen
van
Amalrich van Bena,
Insulis,
David van Dinant en Simon van Tournay,
93
de invoering van Aristoteles op
maar het
;
inzicht in het profijt
dat van Aristoteles te trekken was, bracht deze oppositie spoedig tot
zwijgen,
en eerlang werd Aristoteles
Aristoteles wist
Christi in natnralibus verheerlijkt. zelf
wist
met
;
meerdere poogde men zich
dit
de praecursor
zelfs als
meer dan men verrijken
te
en
;
juist het analytisch karakter van Aristoteles' philosophie was oor-
zaak
dat de principieele tegenstelling tusschen
,
hem
en de Christelijke
theologie minder gevoeld werd.
Dit bepaalde den vorm, dien de scolastieke theologie, of om het juister te
drie
zeggen
elementen
,
de theologie
in
deze scola zou aannemen. Immers
nu met elkander
traden
de Christelijke dogmatiek
,
wereldbeschouwing;
philosophische
geboren, eenerzijds
om
in
uitwendige aanraking:
de formeele studiën en de heidenschen
wierd
hieruit
de evidentie van de Christelijke
voor ons denkend bewustzijn
te
de
drang
religie
ook
om
doen uitkomen, en anderzijds
de dogmatische ontwikkeling van de Christelijke
religie te verrijken.
Natuurlijk golden daarbij de Christelijke dogmata, gelijk de toen-
malige Kerk die beleed
,
kon nog geen sprake
zijn.
Aristoteles
aanvullen
een
die
dogmata uitwerken
waar
volledig
Van critiek op die dogmata Maar wel moest men met behulp van
als vaststaande.
ze
leemten
systeem
;
dialectisch
overlieten
saamstellen
;
en
;
alzoo ze
bij
indringen
er
uit
deze
analyse
;
ze
dogmata tegen de
bedenkingen van de rede verdedigen. Zoodoende ontwaakte het
besef,
dat de theologie wetenschappelijk moest beoefend worden, in zooverre ze zich voor het denken zocht te rechtvaardigen
,
en rees tevens
het vermoeden, dat er ook buiten de theologie in engeren zin een veld
van
mocht ding
kennis
zijn.
Had
tusschen
open lag, waarop de Christen geen vreemdeling dit
nu aanstonds
tot een principieele onderschei-
de eigenlijke theologie en deze op Christelijken
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's