De drie Formulieren van Eenigheid - pagina 92

78

LEERKEGELS.

ping, niet naar onze werJcen, maar naar zijn eigen fwornemen en genade^ die ons gegeven is in Christui Jezus, vóór de tijden der eeuwen (2 Tim. 1 9). IV. Die leeren »dat in de Verkiezing tot het geloof deze voorwaarde te voren vereischt wordt, dat de mensch het licht der natuur recht gebruike, vroom zij, klein, nederig en ten eeuwigen leven geschikt, gelijk alsof aan die dingen de verkiezing eenigszins hinge." Want dit smaakt naar het gevoelen van Pelagius, en strijdt tegen de leer des Apostels, daar hij schrijft: Wij hebben eertijds verkeerd in de begeerlijkheden onzes vleesches, doende den tvil des vleesches en der gedachten ; en wij waren van nature kinderen des toorns, gelijk ook de anderen: maar God, die rijk is in barmhartigheid, door zijne groole liefde, waarmede Hij ons liefgehad heeft ook toen wij dood waren door de misdaden heeft ons levendig gemaakt met Christus; {uit genade zijt gij zalig geworden) en heeft ons mede opgewekt en heeft ons mede gezet in den Hemel in Christus Jezus, opdat Hij zou betoonen in de toekomeiide eeuwen den uitnemenden rijkdom zijner genade, door de goedertierenheid over ons in Christus Jezus. Want uit genade zijt gij zalig geworden door het geloof; en dat niet uit tt, het is Gods gave; 3 opdat niemand roeme (Efez. 2 niet uit de werken 9). :

:

—

,

,

,

—

:

,

»dat de onvolkoinene en niet beslissende VerkieV. Die leeren zing van bijzondere personen ter zaligheid is geschied uit het voorgezien geloof, bekcering, heiligheid, godzaligheid, die óf eerst begonnen óf ook eenen tijd lang geduurd liebben maar dat de volkomene en beslissende verkiezing geschied is uit de voorgeziene ein(lelijke volharding in het geloof, bekeerirg, heiligheid en godzaligheid en dat dit is de genadige en evangelische vvaardigbeid om welker wille hij, die verkoien wordt, waardiger is dan hij, die niet vei koren wordt; en dat dei halve het geloof, de gehoorzaamheid des geloofs de heiligheid godzaligheid en volharding niet zijn vruchten van de onveranderlijke Verkiezinge ter heerlijkheid, n nar dat hot zijn voorwaarden die te voren vereischt en als volbracht wezencie, voorzien zijn in degenen, die ten volle verkoren zullen worden en oorzaken,, zonder welke de onveranderlijke veikie/ing ter heerlijkheid niet geschiedt." Hetwelk strijdt tegen de geiieele Schriftuur, die deze en diergelyke spreuken in onze ooren en harten doorgaans inscherpt: Pe verkiezing is niet uit de werken maar uit den roepende (Rom. :

;

,

;

,

,

,

,

—

,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen