GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 240

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 240

Deel een. Inleidend deel

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

,

Afd.

232

Hfst

2.

que studium sacrae antiquitatis"

nog zoo kwaad

niet

Toch blijkt deze indeeling men wete, dat hij onder de

sacra antiquitas ook de Kerkhistorie begrijpt

zoowel de practijk van den Christen

Woords saamvat.

des

A.

C.

28).

(p.

mits

zijn,

te

VAN DIEST

§ 82.

III.

als

en onder de practica

,

de practijk van den Bedienaar

Van

Blijkbaar heeft

Diest dan ook van den

organischen samenhang der Theologische studie eenig begrip gehad.

Althans

schrijft

hij

op

sic illae

,

singulaeque seorsim tractandae sunt et

miseantur".

evenals

Terwijl ten

Voetius,

zonder

alicubi

coniungantur

opgemerkt, dat Van Diest

zij

maar een oogenblik

ook

qua nulla

studii theologici

a se invicem separandae,

tamem

ut

,

slotte

vervallen, op de pietas en reverentia legt: „Pietas, sine

quum

153: „Denique,

blz.

partes cognatae sunt et connexae

in Piëtisme te

Summi Numinis

vollen nadruk

maxime

in sacris, ex-

est in studiis,

spectanda benedictio. Sine benedictione Dei autem frustra est quicquid diligentiae, quicquid adhibeas prudentiae"

Hoornbeek

In gelijken geest schreef

Theologiae studiosus, qui

utrumque pietatis ",

tempus

cum

rei

vita exprimit, in

zoo voegt

(p. 237).

nobis Theologus

Is

cuius notitiam, etiam

sensum

,

vel

,

,,

iamiam admovendi sunt

probitas inspiranda, et non potius in

gang der studiën betreft mende, plaatst hij toch

,

habet, atque

exemplum sanctorum (p. 6). Neque haec cura et cum studiis coniunctio in

hij er bij

demum

a studiosis recicienda, quasi turn

ministerii

sacris

:

et praeficiendi

,

vel

usu foret

ex suggestu

eum adducenda esset ". Wat den Van Diest overeenko-

hoofdzaak met

in

niet

de Dogmatische, maar de Bibliolo-

gische vakken op den voorgrond. „ Studium Theologicum incipit a a

studio S. Scripturae atque id continuo fovet" (p.

de Theologie disciplinae zelfstandig,

in Bibliologische,

14),

en

de

et praxis eius

apparatus

omnia pium

als

,

esse

voor

alle

deze studiën een

Burmann eindelijk bespreekt achter-

studii,

pertinent (p. 654).

voorgrond

Hij deelt

Dogmatische, Juridische en Historische handhaaft voor

academisch karakter.

eenvolgens

den

12

(p.

12).

alle

studium ipsuni en quae ad usum

De deze

pietas staat ook

studiën

bij

onmisbaar.

hem op „ Ante

debere Theologiae, docet pietatis natura, quae

primum huius studii fundamentum non solum est, sed et ultimum complementum (p. 654). Deze pietas vat ook hij echter niet in ,,

piëtistischen

zin

op.

Studie moet studie blijven en altoos op een

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894

Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's

Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 240

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894

Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's