Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 282
Deel een. Inleidend deel
Afd.
274
Hfst.
2.
III.
§ 90. ERNESTI.
dan bestaat er tusschen andere schriften en
„In
verschil:
vel
si
vulgatis
imbecillitas
non
divinis, si
libris
humani
notionibus, ingenii
sine bonis libris, correctio
facile,
S. Scriptura dit
et rationis
clare adversatur, conciliatio quaerenda,
historiae
sin
;
hominum
de
repugnat, agnoscitur
res et ratio
vitium scripturae vel error scriptoris; in
consentit
nee
humanis
libris
tentanda"
14).
(p.
Wel moet
meer gewicht gehecht aan de grammaticae dan aan de dogmaticae rationes scripti
maar toch mag nimmer vergeten „ quoniam libri iris êsoxvevgon; veram dictorum repugnantiam
;
sunt a
non posse "
esse
15);
(p.
„
nam homines
iis
possunt negligentia aut
ponere quae consilio non conveniunt Spiritus Sanctus nullo
inscritia
,
modo". Hierin hij
sacri in
,
hij
blijft
zich echter niet gelijk,
ook het recht der coniecturaalcritiek toe
tolerata
usurpata est, quae libros e
et
conjecturalis nititur"
quae ingenii
,
(p.
,
elk
ander boek geldt.
pretationi,
qui
Nee solum
ea xphig
emendat, sed etiam
ook op de analogia
hij
deze in geen anderen zin op
legt
hij
„
geeft
et doctrinae inprimisque analogiae
196); en hoeveel nadruk
toch vat
:
libris
want elders
,
ope fidei
dan waarin ze van
„Commune etiam humanorum librorum inter-
omnes
interpretandi sunt non
modo
universi, sed
etiam in singulis locis, ad avuhoyioiv eius doctrinae, ad quam pertinent " (p. 54). Van allegorieën wil Ernesti dan ook niets hooren,
en
een sensus typicus laat
zelve
hierop
servatief
gische
veile in
hoc genere non debemus"
standpunt aanbelangt, waaruit
zijn
blijkt,
10).
(p.
hoe
Dit
hij, con-
van neiging, toch principieel de exegese van de Theolo-
naar de Litterarische faculteit
verdrong
daar toe, waar de Schrift
wijst: „Ipsius Spiritus S. iudicio patafit, ultra cuius
admonitum sapere voor wat
slechts
hij
Ernesti
in
liet
verhuizen.
En wat
den Theoloog.
zijn
De
Philoloog
encyclopaedisch
oordeel over het verband der Exegese met de andere wetenschappen
aangaat, zoo
zij
het genoeg te verwijzen naar zijn Caput X, handelende
de usum disciplinaru , waarin kennis van de Linguae
de Rhetorica
,
van
de
,
hij
voor goede exegese achtereenvolgens
van de Grammatica, van de Critica, van Philosophia,
van de Historie
Antiquiteiten
en
hierbij echter
handhaaft Ernesti
sophisch
karakter.
Aldus toch
van de Geographia
als
,
van de
onmisbaar verklaart.
zijn
meer philologisch dan
laat
hij
zich over
Ook
philo-
de philosophie
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's
![Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 282](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/encyclopedie-der-heilige-godgeleerdheid/1894/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's