Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 400

Afd.

392

Hfst.

2.

phase

en daardoor

als

dwijnen. Bij

Noack

HUGENHOLTZ.

ontwikkelingsproces der Idee zou ver-

in het

dan ook metterdaad reeds geschied. Want

dit

is

§ 123.

III.

wel eert ook Noack in de Christelijke religie nog de samenvatting van het wezen

om

maar,

wetenschap

en het begrip der tot

phase

in

haar absolute idee;

in

komen, wordt

te

datgene genomen

religie slechts

slechts als

resultaat

dit

uit

wat hem aanstaat

,

,

de Christelijke en ook

dit

nog

een proces, waarvan de volle ontwikkeling nog

Dit nu toont dat zijn eeren van de Christelijke religie slechts

toeft.

nominaal geschiedt en toevallig

is.

Ware

slechts eerst zijn philo-

sophische religie tot meer algemeene herschepping gekomen, zoo

zou ook deze kniebuiging voor het Christendom

Ph. R. Hugenholtz.

§ 123.

Doch blijven

ook

kan

hierbij

de

ook formeel moet

,

standigheid

maar

indeeling

zin

van

op deze eigen

als

van

obiect

genomen,

zien

door Dr. Ph. R. Hugenholtz

in het

religie,

der

579 toch spreekt Hugenholtz het

in

al-

eene

Theol. tijdschrift, deel XIV,

„De

uit:

zelf-

Godsdienstwetenschap

gegeven, was hiertoe reeds afgegleden.

sq.

de

wetenschap,

De proeve van

teloorgaan.

ivijsgeerig gedeelte

liet

staan

niet

niet slechts

lijn

evenzoo de zelfstandigheid der

laatste

gemeenen

theoloog

speculatieve

hij

Theologie,

der

ten

p.

zijn uitgebleven.

Onomwonden

godsdienstwetenschap vindt

hare plaats onder de tvijsgeerige zvetenschappen

,

en wel 07ider de

anthropologische"" (p. 583); en wat de religie betreft, verklaart hij

op

bl.

580,

uit te

gaan van de onderstelling, „dat godsdienst en

zedelijkheid zoozeer

behandeling recht kan

zijn, dat alleen een beide

èen

doen komen

de zedelijkheid opgaat,

:

'

;

en dat hierbij metterdaad de

Deze theologische ethiek deel

het

splitst

heeft

het

heeft nu, volgens

daarna theoretisch zich

dan

psychologische,

derde

als theologische

in

drie

te

ethiek"

(p.

hem, haar

behandelen;

hoofdstukken,

religie in

„dat de godsdienst-

blijkt uit zijn stelling,

wetenschap omschreven' moet

historisch,

samenvattende

van het godsdienstig-zedelijk leven ze beide tot haar

en

dit theoretisch

waarvan het

het tweede het phaenomenologische

systematische

is

te

noemen.

dan het godsdienstig-zedelijk leven

583)*

stof eerst

,

eerste

en het

Het psychologisch deel zielkundig

te

ontleden

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen