Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 71
Deel een. Inleidend deel
Afd.
Hfst.
i.
III.
Augustinus.
§ 41.
63
dat de Heidensche wijsgeeren dit ware bestanddeel aan de Schriften
van Mozes en David ontleend hebben.
133).
(§
Augustinus.
§41.
Belangrijker voor de historie der Theologische Encyclopaedie het bekende geschrift van Augustinus, dat tot
Christiana
een werk dat eerst
,
maar waaraan dit geschrift
is
het niet Augustinus' doel
maar
geestelijken uiteen te zetten,
draagt: de doctrina
uit slechts drie
nog een vierde boek
later
hij
titel
om
de opleiding van de
zichzelf de
wordt, en op wat wijze ze ingang kan erlangen. de doctrina Christiana. Hier
:
vraag
te beant-
hoe de kennis van de Christelijke waarheid verkregen
woorden, dan ook
boeken bestond,
heeft toegevoegd. In
om
,
op
Want
paedische arbeid voor ons.
wetenschap der theologie nog
ligt
Daarom
heet het
dus metterdaad encyclo-
wel onderzocht Augustinus de
niet als zoodanig,
maar dan toch
instrument ten dienste der waarheid. Tweerlei onderzocht
als
daartoe:
is
io.
proferatur.
quomodo Bij dit
kwam
onderzoek
in
hij
Boek
hij
20.
quomodo
II cap.
VII, aan
doctrina Christiana inveniatur en
de vraag toe, hoe ook hier „de vreeze des Heeren het beginsel
van
wijsheid" moet zijn, en
alle
stelt
nu aan den beoefenaar dezer
heilige studie een proces in zeven gradatiën voor.
hem
de vreeze Gods
tweede
,
en
De derde, God en zijn naaste honger in hem kome
zal liefhebben.
kennen.
dat
De
vierde, dat er dorst
De
vijfde, dat
door gebeden en oefeningen reinige van zonde. De zesde,
om met
ten zevende, dat hij alzoo
Alle theologische studie
ligt
noodig:
Canoniek
dus
aanleere (cap.
(cap. 1
bij
H
God
te zien.
tot „wijsheid".
de derde van deze zeven
Schrift brengt.
Daarvoor nu
het onderscheiden tusschen wat Canoniek en niet
i. is
een rein hart
opklimme
gradatiën, die tot het onderzoek der is
De
naar de gerechtigheid.
dat zijn oog geopend worde,
En
zijn wil te leeren
is
Gods hem nope, alleen uit Gods Woord te dat hij uit vreeze Gods in de H. Schrift zoeke,
hij
hij zich
om
eerste
dat deze vreeze
putten.
hoe
prikkele,
De
1)
;
9); 3.
2.
dat
men
het Hebreeuwsch en Grieksch
kennis
neme van de vertalingen, vooral
dat
men
van de Septuaginta (cap. 15); 4 dat men de antiquiteiten bestudeere en ook de flora en de fauna van het Heilige Land (cap. 16); .
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's
![Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 71](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/encyclopedie-der-heilige-godgeleerdheid/1894/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's