Uit het Woord - pagina 213
Stichtelijke bijbelstudiën. Tweede bundel.
209
Houdt men nu zuivere
kelijke
volgt
„een
hieruit tevens, dat het
ming heeft, den mensch Daarop
w.
t,
's menschen geest in zijn oorspronadem des levens en uit God is," dan „vleesch" een nog veel hoogere bestem-
in het oog, dat
gehalte
om
instrument
te zijn,
waardoor Gods werking in
zich openbaren kan.
Johannes als hij zegt, dat in Christus het leven was, de bestemming heeft om licht te zijn d. w. z, uit te stralen, te schitteren en zich te openbaren, en dat het deze bestemming heeft iti den mensch. „In Hem was het leven en het leven was het licht der menschen." Daarop doelt hij evenzeer, als hij ons dit woord van Jezus brengt: „Die de waarheid doet komt tot het licht, opdat van zijn werken blijke, dat ze in God gedaan zijn." Eerst in dit verband wordt het zeggen des Heeren verstaan: „Laat uw licht alzoo schijiten voor de menschen, dat ze uw goede werbm zien mogen en uw Yader die in de hemelen is, verheerlijkt worde!" In het paradijs moest derhalve déze vraag tot beslissing komen God schiep u, o mensch, vleesch en geest. In dien geest ligt uw eigenlijk wezen. Dat vleesch heeft geen andere roeping dan om orgaan, instrument voor dien geest te zijn. "Welke keuze nu doet gij? Aanvaardt gij die door Mij, uw God, gestelde ordinantie; handhaaft ge de orde die Ik u gaf; blijft ge den geest als uw eigenlijk wezen handhaven, dat aan het instrument des vleesches gebonden, niettemin weigert aan dat vleesch een hoogere waarde toe te kennen dan het als instrument bezit, wel u, dan wilt ge „uw beginsel bewaren," en blijft ge een geestelijk wezen. Maar ook verbreekt ge de door Mij gestelde levensorde, schendt gij mijn ordinantie, keert ge mijn hoog gebod om en maakt ge het vleesch van instrument, dat het zijn moet, tot iets zelfstandigs, tot een macht op zich zelf, tot een gelijke met den geest, die bij afwisseling met den geest heerschen zou, dan is uw val onvermijdelijk, dan ontzinkt ge aan uw bestemming, dan wordt ge vleesch." Toch deed de mensch die laatste keus. De geest wilde vrij worden door niet langer aan het instrument van het vleesch gebonden te zijn. en
dat
doelt
dit
leven
—
—
— —
Men
wilde
als
God
zijn:
louter
geest.
En
evenzoo, het vleesch, uit
den dienst van den geest ontslagen, wilde zelf gezien worden, zelf een macht zijn. Toen ontdekten ze, dat ze naakt waren. Dat is het tot vleesch worden van den mensch
14
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1896
Abraham Kuyper Collection | 256 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1896
Abraham Kuyper Collection | 256 Pagina's