Van het kerkelijk ambt - pagina 10

Gereformeerde Stemmen.

8

Heeren ten deze gewild heeft, dat de Koning van het Godsrijk, niet zonder, maar door de hulp van menschen zijn kerk regeeren en verzorgen

zou,

deze

valt

tegenwerping der

Kwakers geheel weg. Zij die den Koning der kerk zijn kerk alleen en rechtstreeks zonder tusschenkomende hulp van menschen willen laten regeeren en

En

zagen we dat zulk een dienstbaar stellen

van het ambt aan hooger wil toch nimmer den ambtsdrager tot een instrument mag verlagen, datzelfde geldt ook hier. Een instru-

ment

heeft dit eigenaardige, dat het

lings

voor

vlak

beurte-

tegenover elkander staande

verzorgen,

doeleinden kan gebezigd. Een buit gemaakt kanon wordt aanstonds gebezigd om te vuren op het leger, dat het zoo straks nog hielp

stiering

verdedigen.

bedoelen een verzorging en bevan de kerk alleen door den Geest

Woord. Staat voor ons nu vast, dat het Koninklijk regiment van den Christus plaats grijpt in gebondenheid aan het Woord, zoodat de Geest niet enkel mystiek, maar tevens instrumenteel door het Woord werkt, dan is hiermee de noodzakelijkheid van den dienst of de hulp van menschen ook beslist. Om geestelijk inwendig te werken gebruikt de Koning der kerk geen organen waarin hij zich verveelvuldigt, maar in de verzorging en regeering van zijn kerk door het Woord, in

zonder het

het uitwendige,

baar;

van

die dienst volstrekt onmis-

is

tenzij men in de Luthersche dwaling de alomtegenwoordigheid des Heeren

ook naar het lichaam vervalle. Blijft men daarentegen bij de gezonde leer, dat de Heere Jezus lichamelijk en plaatselijk alleen in den hemel is, en dus niet tevens en tegelijk lichamelijk en plaatselijk in elke dan staat het hiermee de Koning van de kerk om zich aan alle plaatsen uitwendig te openbaren en zijn macht uit te oefenen, de verveelvuldiging van zijn stem door de hulp van menschen behoeft.

stad

vast,

en

in

elk dorp,

ook

dat

Ons tweede kenmerk was: dat de drager van het ambt niet handelt om eigen wil door te zetten, maar om zich dienstbaar te stellen aan een hoogeren wil. En ook dit kenmerk wordt ten volle, zelfs sterker nog dan bij het staatsambt, in den dienaar der kerk gevonden.

Ook nooit

al is die

goedvinden. Hij last.

Hij

orgaan.

treedt

En

al

is

in alles

in zijn

roeping

zijn

is

verbonden aan het lichaam het orgaan

En kerk

een

orgaan

niet.

levensbeweging geheel

hootd waarvan

ol

is.

nu ook moet

zoo

elk dienaar in

de

onvoorwaardelijk zich ten

slechts

niet

den hoogeren wil van zijn Heere en Koning, en alle eigen inzicht en

dienste stellen van

aan

bedoelen

brengen

van

moet

dit

ten

wil

met de

al zijn lust

derde zagen

en liefde

zijn

stellen.

we, dat een ambtsdrager

aangesteld en benoemd moet

mag

offer

intentie

dienen van den hoogeren wil van

Koning

Ten

hoogeren

hij

doen; het zelf zoo willen; en

zijn hart

in dit

dien

maar ook

;

zijn.

kan

niet

door contract optreden. Er wordt over

hem

Hij

niet zelf optreden. Hij

Hij wordt

beschikt.

benoemd en

aangesteld.

Bedanken voor een ambt kan dan ook niet. Alleen kan men hem die aanstelde verzoeken die benoeming in te trekken. Zoo geschiedt het dan ook in den Staat, en men had op kerkelijk terrein nooit moeten toelaten, dat dit anders wierd. Onze gereformeerde vaderen hebben het inkruipen van het Pelagianisme, dat een benoemde bedankte, dan ook nooit toegelaten, en ook dit was ten onzent alleen vrucht

Ook

van het Synodalisme.

kenmerk vindt ge alzoo zuiver den kerkelijken dienst. Ook hier mag

dit

terug in

zijn

dat in onderscheidene kerken de leden der kerk

hij

gebonden aan

dienst.

met

Hij fungeert als

handelt en spreekt

uit

naar eigen inzicht en naar eigen

zichzelven,

Maar zoo is

niemand zich vermeten eigenwillig of naar eigen goeddunken in eenigen dienst ingaan. En evenzoo ook hier mag niemand bij contract of bij manier van koop optreden. Alle Simonie moet ten strengste geweerd. Neen, alle optreding in den dienst der kerk gaat door benoeming, en al is het ook

dienaar een Apostel of Profeet,

en

arbeidt

Een orgaan

niet

is.

om

een

de personen aanwijzen, die

zij

als

ouderlingen

eigen woord of eigen bedoelen door te drijven,

of armverzorgers wenschen, de benoeming of

maar om den Koning der kerk

aanstelling

schen

en

het

Woord van

gelding te doen komen.

te laten heer-

dien

Koning

tot

zelven

uit,

gaat

van den Kerkeraad van een genabuurde kerk.

altoos

of anders

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen