Briefwisseling tusschen A. Kuyper en Charles Boissevain - pagina 21
,,
17 Zelf was ik |)resident van het geheele van gecommitteerden en niets is ten deze door prof. Rutgers verricht, dan na overleg met zijn voorzitter, en onder diens volle en onvoorwaardelijke goedkeuring. Het is dus volkomen onjuist, dat gij bij het zoeken naar den ondersteld schuldige in den blinde hebt te tasten. Alle feiten zijn, met de namen van de personen, die er bij ageerden in confesfio en het wierp voor mij metterdaad op
antwoordelijkheid. college
,
,
uwe
,
als historisch onderzoeker een min weldadig aandoend licht, dat ge in uw epistel u nog aanstelt als ontbrak u voor ronder woord onzerzijds het reum, con-
onpartijdiglieid
fitentem.
Want stukken deedt
gij
zegt
wel, dat ge u de moeite gaaft den stapel
die dagen nogmaals door te lezen, blijkbaar niet. Gij doorsnuffeldet wel,
uit
dit
Hogerzeil en
maar
gij
wat
ds.
Vos over het voorval publiek maakten
dr.
wat er onzerzijds over uitkwam. Het audi et alteram. partem gold voor u blijkbaar niet als eiscli. Hadt gij toch, al ware het slechts vluchtig, doorloopen, wat èn in het Kort Verhaal èn in de Rechtsgeleerde Ad19 erkend viezen, enz., èn in Het Conflict gekomen, IH p. 7 wordt en geboekstaafd werd ge hadt uw tegengeworpen onwetendheid wel in de pen gehouden. Ook uw zeggen dat wij indien we ons onschuldig wisten, toentertijd de beweringen van dr. Vos c. s. wel zouden weersproken hebben, is wiskunstig bewijs voor uw nietlezen van wat wij publiceerden. Anders toch zoudt gij hebben moeten weten, dat èn bij advertentie, èninde Contramemorie, 80 blz. folio groot èn in Het conflict gekomen èn in de brochures van jhr. mr. A. F. de Savornin Lohman, èn in de Rechtsgeleerde adviezen van de h.h. Farncombe Sanders, De Geer van Jutphaas en Van Bemmelen het volledig tegenpleidooi nog eer l(S8ü ten einde liep, reeds voldingend en in o^j^/wa forma geleverd was. Dat ik bij deze slordigheid van uw lectuur uw pretentie, van nogmaals uit de stukken uw memorie opgefrischt te hebben, wraak, is mijn recht. Onder mannen van eer speelt men niet publiek met iemands naam onder crimineele snspicie, zonder, als men zegt te onderzoeken, dan ook ernstig
maar
niet
—
,
,
,
,
,
,
,
te
onderzoeken.
ik u.
Het
Doch nu
En dit liet uw eigen
gij
na.
l)ewijs er
voor gaf
ter zake.
Over de feitelijkheden bestaat Beiderzijds geven we toe dat ,
is
Het
woord.
ligt in
aangescheld aan
de kosterij
geen geschil. '8() door ons der Nieuwe Kerk: dat we tussclien ons ü .Januari
oj)
2
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1898
Abraham Kuyper Collection | 56 Pagina's
![Briefwisseling tusschen A. Kuyper en Charles Boissevain - pagina 21](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/briefwisseling-tusschen-a-kuyper-en-charles-boissevain/1898/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1898
Abraham Kuyper Collection | 56 Pagina's