Onze leestafel - pagina 11
ONZE LEESTAFEL.
457
buitengewone energie feleef Koster studeeren, hoewel hij daarvoor een dagelijks wederkeerenden strijd tegen zijn lichaam moest voeren. Zoo heeft hij op treffende wijze door zijn voorbeeld de meerderheid des geestes over de stof getoond. Het is schier onmogelijk den inhoud van een boek als dat, hetwelk hier door ons wordt aangekondigd, in twee woorden mee te
Wie
deelen.
in
wijsbegeerte belang stelt moet het zelf lezen.
Als scherp denker steeds geneigd
bij
iedere vraag pro en contra
Koster
beiden in rekening te brengej, was
van nature het tegen-
deel van een stelselbouwer. „Wij weten zoo weinig," roept
Het boekje
hij
uit
dan ook geen geregeld betoog ten gunste van de een of andere leer, maar behelst mededeelingen uit verschillende geschriften van den allernieuwsten tijd over Kant en tevens hier en daar critiek op die geschriften. Het is een weinig samenhangend boekje, maar vol lichtstrepen. Het behelst een levendig protest zoowel tegen wat de schrijver „een eng positivisme" noemt, als tegen het materialisme. Met bewondering zal men zien hoe goed de auteur op de hoogte was van de nieuwste op pag.
17.
litteratuur.
is
Hij citeert Dr. A.
Kuyper,
Prof.
Heymans,
Prof.
Bellaar Spruyt, Dr. Betz, Dr. D. G. Jelgersma. Prof. Einthoven, en daarenboven allerlei buitenlanders als: Falckenberg, F. A. Lange, Theod Lipps, Oscar Ewald, G. Ge r land, Emil Nimz, Paulsen, Kuno Fischer, Max Frischeisen Kohier, Riehl, C. Stumpf, W. Pre er, Julius Schultz, Kurd Lasswitz, enz. enz.
Ritter,
Prof.
ij
enz.
Ten gevolge van het
overlijden van dezen denker, die tevens
een zeer ijverig lezer was, zal er waarschijnlijk een rijke philnsophische bibliotheek onder den hamer komen.
Prof. Dr.
W. Vogelsang.
denis aan de Universiteit.
v.
d.
W.
Aesthetiek en Kunstgeschie-
Rede
bij
de aanvaarding van
het Hoogleeraarsambt aan de Rijksuniversiteit te Utrecht
op 23 Sept. 1907. A. Dr. stichten
Vogelsang,
die
Oosthoek.
den
in
Utrecht.
Nederland voor het eerst ge-
en in Utrecht gevestigden leerstoel voor aesthetiek en
kunstgeschiedenis
heeft
ingenomen,
was zoo gelukkig
zich
de
moeite te kunnen besparen naar een onderwerp van zijne inwijdings-
Dat onderwerp werd hem door den titel zijner Het is een misverstand, zoo betoogt hij, van aesthetiek en kunstgeschiedenis te spreken, want zoowel de rede te zoeken.
aanstelling opgedrongen.
eerste
zonder de laatste
als
de laatste zonder de eerste zou een
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907
Abraham Kuyper Collection | 30 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907
Abraham Kuyper Collection | 30 Pagina's