Dictaten dogmatiek. Locus de Magistratu, Consummatione Saeculi - pagina 11
college-dictaat van een der studenten
Inhoudsopgave.
I.
Waar de
xi
patriarchie ontbreekt, volgens de H. S. en de historie toch 291
naar locale Gliederung eene organische ontwikkeling Fransche Revolutie: mechanische indeeling v. h. rijk. V. u. de gezinseenheden tot d. communale en u. deze t. d. provinc. eenh., II.
waaruit de rijkseenheid óf foederatief opkomt óf doordat een persoon 297 zich aan het hoofd van die autonome provinciale formaties stelt.
Dat bestaande organische bestuur kan hij dan vernietigen (een staat) of het in stand houden en met de rijkseenh. in verband zetten (een rijk). III.
IV.
V.
Hoe
De De
in
de band moet worden gelegd.
laatste geval
301
grenzen vanhetgezag.
eigenlijke taak der rijkseenheid
301
307
is
1".
regeling van de verhouding tot het buitenland;
2.
saambinding van de verschillende deelen van het rijk handhaving van de justitia ten behoeve van de enkele personen
3".
VI.
't
quaestie van de
De verhouding van de
rijkseenheid
tot
de kringen van gezinnen, 309
dorpen, steden en provinciën. VII.
De opkomst van
313
het constitutioneele staatsrecht.
Ten gevolge van de
sterkere
centralisatie
van het bestuur
in
de rijkseenheid
noodzakelijk voor het organische leven der verschillende kringen.
§
11. I.
II.
De magistratu tamquam ministro Geen
„droit
Hierin
ligt 1.
318
Dei.
populum", wel 320 „princ. propter Deum, populi ergo", want de overh. is „dienaresse Gods". haar gebondenh.
„principes
a. d.
de onderdanigheid
2".
III.
evenmin
divin",
propter
ordinantiën Gods,
v. h.
v/ant dienaresse Gods-,
volk aan haar, want
dienaresse Gods.
321
322
Majestas overal waar over een land op een enkelen persoon of op een college van personen van Godswege gezag gelegd is. Daarom a. niet één enkelen vorm gebonden in elk land slechts ééne majesteit alleen regis in solio. ;
:
IV.
De subd.
V.
a. d.
overh. beperkt
;
op
De overh. Daarom VI.
h.
326
overblijvend terrein dus libertas, doch
De band van de overheid aan God komt Geen deeling der macht, geen
.
;
Uit die subditio vloeit voort de libertas populi.
trias politica bedoeld,
heeft te regeeren naar eenelex is
uit bij
altijd
drie functiën.
humana, rus/e/zdeop de
principa v. d. lex divina leert kennen.
A. Uit de natuur (gr. comm., niet-Christel. overheid)
a.
de wetgeving.
maar één macht met
het gezag van de wet bindend in de conscientie.
Hoe de overheid de
met subd.
:
God.
327 327
lex divina. 328
329
330
331
mensch krachtens zijne schepping, door de regeeringsgenialiteit van volken en personen, 3. door de providentieele leiding in de historie B. uit Gods Woord (als superadditum eene spec. revelatio a. d. Christel, overh.) 332 C. Deze principia ontvangt de overh. niet v. d. geïnstitutueerde kerk, maar als vrucht v. eigen rechtsstudie, ook gegrond op Gods Woord. 332 Pc uit den
2.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 804 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 804 Pagina's