Starrentritsen - pagina 24
22 ^ * ^
/Eneas Mackay.
Twintig April
van
1888
is
voor onze Antirevolutionaire
eerste dag van politieke glorie geweest.
Toen toch
partij
de
trad als President
van den Ministerraad op Mr. ^ïneas Baron Mackay. Men weet, waaraan ons Christenvolk deze politieke verrassing te danken had. Onder het régime van 1848 was voor de Tweede Kamer een Kiesrecht in Artikel 70 vastgelegd, dat ons land aan den fijneren aristocraat ontnam en 't aan wat Sombart „der Bourgeois" noemde, overgaf. Het was toen een kiesrecht niet onder de ƒ 20 in het soort kleinste gemeente, en niet onder de ƒ 160 belasting in hoofdsom te Amsterdam. Het is tegen dit principieel verwerpelijk Census-kiesrecht, dat de Antirevolutionaire Partij zich van het eerste oogenblik af, dat ze zich wist te organiseeren en door de Pers kon meespreken, met alle beschikbare kracht verzet had.
de toenmalige //eraüf van Dr. Schwarz is die strijd tegen het in de Standaard die voor 't eerst in één April 1872 verscheen, is die strijd onverpoosd en hardnekkig doorgezet. In ons Program, dat in 1878 het licht zag, stelde artikel 11 dan ook den beslissenden eisch, „dat de Staten-Generaal in de natie moest wortelen dat de Kamer het volk niet enkel in naam mocht vertegenwoordigen en dat krenking van het recht der minderheden niet langer het resultaat van de samenstelling der vertegenwoordiging mocht zijn; zoodat met het heerschende stelsel moest gebroken worden, een geheel ander stelsel moest worden ingevoerd, en dat reeds terstond in afwachting van dat nieuwe stelsel, verlaging van den Census moest
Reeds
in
Census-kiesrecht aangebonden, en
;
;
worden ingevoerd". Negen lange jaren heeft 't toen nog geduurd eer deze wensch in vervulling ging. Maar in 1887 brak dan toch het morgenlicht van een beteren dag aan. Nog niet 't volle middaglicht begloorde onze stembus.
Het heette nu, dat door de kieswet
te
bepalen „kenteekenen van
.geschiktheid en maatschappelijken welstand" voor het kiesrecht zouden beslissen. De additioneele artikelen gaven hierop voorproef, tot Mr, Van Houten de kenteekenen ijkie. Maar al scheurde de dam, die dusver het
doorvloeien van den vollen stroom had tegengehouden, nog niet geheel, er
kwam toch als vrucht van de toenmalige Grondwetsherziening een gansch anders samengestelde Kamer naar den Haag. De Liberalen erkenden het fiasco. Het Kabinet diende zijn ontslag in. En op 20 April 1888, alzoo na de Scherpe-Resolutie, was het doel van den eersten frontEen onzer beste mannen nam het bewind over. Godin de Beaufort kreeg Financiën. Keuchenius werd Minister van Koloniën. En straks kwam ook de Savornin Lohman aan Binnenlandsche Zaken. tien jaren
aanval bereikt.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1915
Abraham Kuyper Collection | 108 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1915
Abraham Kuyper Collection | 108 Pagina's