Antirevolutionaire Staatkunde - pagina 310

HET STAATSDOEL.

302

tentoongesteld, en als de Redder van ons geslacht zal de Christus ver-

nieuwen onzondigen

schijnen, die een

roepen

en

met een

dingen

alle

ganschelijk

De

blijven.

onmachtig

Staat zal

Ons

terug te brengen.

van

de

fiasco,

van zaken

in het leven zal

zal

eindigen

't

triumf

zal

alleen

blijken,

om

ons het verloren paradijs

aan den Christus

het paradijs, en zulks wel in verhoogden staat

teruggeven, kan alleen onze Koning, die nu gezeten

heerlijkheid,

is

aan de rechterhand Gods.

zij

opgemerkt,

profetie

staat

Voor den Staat

herscheppen.

hoe

Een

zooverre

in

instemmen, gelijk

belofte der toekomst, waarbij

geologen

astronomen

en

onze artikelen over de Voleinding

in

weekblad de Heraut breedvoerig

is

uiteengezet, dat

nog

met deze in het

ook enkele beoefenaars

deze wetenschappen een plotselinge afbreking en ondergang van het bestaande verwachten, en in elk geval steeds eenparig van oordeel

van

dat aan geen processus in infinitum van ons menschelijk leven op

zijn,

onze planeet

te

denken

toekomst verschuiven

verzwakken, maar één, en aldus

valt.

en

feitelijk is

saam

te

Zij

mogen deze uitkomst naar

hierdoor

den

indruk

ervan

bij

zeer verre

hun

lezers

toch ook hun verwachting omtrent de uitkomst

vatten

:

Niet een stooreloos proces, maar veeleer

een plotselinge afbreking, een teniet gaan van wat bestond en bestaat,

om

eerst daarna de realiseering

uitstekend

rijmt

met de

van het ideaal

opvatting van

correctief en chirurgisch hulpmiddel,

de

thans

bij

zoovelen

gangbare

den

in te

Staat,

wachten. als

tijdelijk

maar verdraagt zich nimmer met

voorstelling,

alsof de Staat ons de

natuurlijke en hoogste ontplooiing van de natuur van „'s in

een

Dit nu

menschen leven

En het blijft ons dan ook onverklaarbaar, meer dan een staatsgeleerde, die toch professie deed van zijn

gezelschap" had gegeven.

hoe

Christelijk

desalniettemin

geloof,

in

deze averechtsche opvatting van

den Staat meegleed.

§

8.

De

val in zonde en ellende.

Geheel anders daarentegen komt het schelijk geslacht te eerste

liefde

te staan,

zoo

we

in

ons men-

doen hebben met een creatuur Gods, dat aan

ontviel.

Er

is

dan val

in

zijn

zonde en ellende, en alzoo

verstoring van uitwendig levensgeluk en van innerlijke volkomenheid.

We

hebben

dan

te

doen met een menschelijk geslacht, dat onder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen