Antirevolutionaire Staatkunde - pagina 685
met nadere toelichting op Ons program. Eerste deel. De beginselen.
677
DE VINDICIAE. gemeenten,
enkele
Philips, als grondslag voor
scheen van
de
in
de afzwering van
onzen Gemeenebestelijken Staatsbouw, ge-
Had nu Languet
rechtvaardigd heeft. eisch
van Utrecht en
Unie
de
in
zich ten deze bepaald tot hetgeen
der conscientie, het stuiten van de
vrijmaking
en den wederopbouw der nu gezuiverde kerk, zoo
geloofsvervolging
op het oorspronkelijk door hem gekozen
ware
hij
Doch
dit
kon
Languet toch was niet een profetische figuur,
niet.
hij
wien het alleen
was staatsman
leven. Languet
om
doen was,
te
terrein gebleven.
den vrede der kerk
te
doen her-
den vollen zin des woords en door-
in
zag van meetaf, dat ook inzake het burgerlijk bestuur aan het gezagsmisbruik
en
het
meer enkel
absolutisme
Vorstelijk
Vandaar
gesteld.
naar
dat,
zijn
paal
en perk moest worden
overtuiging, de tyran
den Geloofsvervolger optrad, maar
in
evenzoo vertoonen kon
in het
zijn
al
spoedig niet
onheiligen aard
aanranden, krenken en teniet doen van
de burgerlijke vrijheden en rechten des Volks. Deze nu waren voor Languet
geen concessies van de kroon, geen gunstbeschikkingen van het hoogste geen privilegies voor geld gekocht
gezag,
De
afgeperst.
de
sfeer
van
de
was
dit
en
als
die
erkent,
en
van
God
die
rustte
Schepper,
Kroon de
van
de
maar
Staten,
misbruik
te
viel
zijn
God
in
zelf,
als aller
Instandhouder en Regeerder. die
in
en
en het
;
op één
lijn
te eeren,
dat even-
staat,
als
volken en aller men-
Evenals nu de drager
Kroon saamgevallen rechten tegenover inbreuk
zijde des volks
individueel,
afkomen,
en beschut, maar niet toekent
wat voorts hiermee
al
Het vaderschap
rechtstreeks
gezag van de Kroon, ontleend was aan de alomvattende
het
der
zijn
wel
wijze van gunstbetoon, waren toe-
een element van waarheid.
plichten
onderrecht,
souvereiniteit,
schen
lag
bij
een heilig pand en kostbaar kleinood
waarin
zoo
aan het Volk,
Overheid
de
vormden voor hem
souvereiniteit in eigen kring, saamvattende alle die
hierin
rechten
heeft
die
kroon
En
bedeeld.
vrijheden en rechten van het Volk
de
rechten, die geenszins eerst in de kroon scholen en toen
zelfstandige
door
den nood den Vorst
of in
had
te
verweren, zoo ook had het Volk, niet
geheel genomen,
d.
i.
door
zijn
magistraten en
eigen rechten en vrijheden tegen koninklijk machts-
verdedigen.
En
gelijk
de persoon
uit het
volk door aan-
Kroon oproerling en muiter werd, zoo
randing van
de
ook werd de
Vorst, die de even heilige rechten en vrijheden
rechten
der
volk schond, dwingeland en tyran.
van het
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1916
Abraham Kuyper Collection | 736 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1916
Abraham Kuyper Collection | 736 Pagina's