"Dat niemand u op eenigerlei wijze misleide!" - pagina 11

u meer op aarde leefden, die heerlijkheid van Christus niet zouden zien en daarin niet zouden deelen. Ja, daarover waren zij bedroefd. Niet in de eerste plaats dus over wat zijzelven hadden verloren. Welk een openbaring van liefde! De liefde, waren,

die

wijl

het

„niet

meenden,

zij

hare

dat

zoekt"

(1

dezen, nu

Kor.

13

zij

niet

was

5),

:

het

in

Thessalonika op zulk een wijze werk-

midden der broeders te zaam, dat Paulus hun kon schrijven: „Gijzelve zijt van geleerd om elkander lief te hebben." (1 Thess. 4:9.)

Nu

wil de apostel ze niet ten aanzien van de ontslapenen

schrijft

Hij

Daarom openbaart hij ze een verborgenheid. „Doch wij willen u niet onkundig laten, broeders

laten.

twijfel

in

God

aangaande

:

!

die ontslapen zijn, opdat

hen,

gij

niet bedroefd

zijt,

evenals de anderen, die geen hoop hebben.

Want

wij

gelooven, dat Jezus gestorven en opgestaan

is,

indien

zoo

zal

ook God hen, die door Jezus ontslapen zijn, met hem brengen." bij de komst des Heeren Jezus, (1 Thess. 4:13, 14.) Alzoo wanneer God Christus op deze aarde in heerlijkheid openbaren zal, dan zal God hen, die door Jezus ontslapen zijn, met Christus brengen. Dit wordt door den apostel in Kol. :

„Wanneer Christus, ons leven, zal 4 óók geschreven geopenbaard worden, dan zult ook ^zy met hem geopenbaard worden in heerlijkheid." En de apostel Johannes schrijft ons „Geliefden nu zijn wij kinderen Gods, en het is nog niet geopenbaard, wat wij zijn zullen. Wij weten, dat, als want hij zal geopenbaard zijn, wij hem zullen gelijk zijn

3

:

:

:

!

;

hem hoop op hem

wij zullen

(1

zien,

gelijk hij

heeft,

is.

En een

iegelijk,

die deze

reinigt zichzelven, gelijk hij rein is."

Joh. 3:2, 3.)

Hoe met

het nu mogelijk

Hem

brengen

zal bij

is,

dat

God de door

Jezus ontslapenen

diens komst in heerlijkheid, en dat wij

met Christus in heerlijkheid geopenbaard kunnen worden, 15— 17. En dan deelt ons de apostel mede in 1 Thess. 4 het Woord door wij u „Dit zeggen lezen wij allereerst:

allen

:

Van een ingebeelden des Heeren." Gewichtige woorden waan is geen sprake. De apostel geeft ons door liet woord des Heeren deze heerlijke, troostvolle waarheid: „dat wij, de. levenden, die overblijven tot de komst des Heeren, niet !

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen