Leven en arbeid van Dr. A. Kuyper - pagina 305

DR.

KUYPER ALS REFORMATOR DER KERK.

diep ernstig, dat

hij

uitsprak dat dezulken vervloekt

283 zijn.

En

al

werd de gemeente door ongeloof sprediking beroerd; het Classicaal Bestuur achtte de geruchten die daarvan gingen niet zoo ergerlijk, om in te grijpen. Maar nu een 80 leden van den Amsterdamschen

Kerkeraad een het Kerkegoed

besluit betrof,

namen dat niet het bezit maar het beheer van toen was dit in de oogen ook der rechtzinnige

Bestuur zoo geruchtmakend en ergerlijk dat voorloopig schorsing moest worden toegepast. Ja zelfs had de schorsing plaats, ook op grond van „verregaande onrechtzinnigheid".

leden van

dit

Zoo was dan door dezen Bestuur de quaestie der

zet

van het Amsterdamsche Classicaal

belijdenis

voor het groote publiek ver-

kon het nu laten voorkomen alsof men de meerderheid van den Kerkeraad geschorst had, omdat zij hare handen had uitgestrekt naar het Kerkegoed. Het werd voorgesteld troebeld. Dit Bestuur

dat

men poogde „met behoud van de Kerkegoederen

reglementaire gemeente Dit

een kleine nieuwe

en

gemeente

titels

te

der oude

formeeren!"

vond men, met den hoofdredacteur van het Handelsblad, Ch.

Boissevain vooraan, zeer erg. Zich afscheiden van de Vaderlandsche

Kerk „welke nog steeds een zoo groote en heerlijke kracht ten goede in ons vaderland is", en dan nog het Kerkegoed willen medenemen, dat

was 5.

vreeselijk!

Gebeurtenissen in de Nieuwe Kerk.

De

paneelzagerij.

Laat ons nu met enkele woorden mededeelen wat er na de schorNieuwe Kerk van Amsterdam

sing op 6 Januari in de Kosterij der is

afgespeeld.

Het Classicaal Bestuur van Amsterdam, naar het Synodaal Reglement „doende wat des Kerkeraads was", wilde zich ook als beheerder van het Kerkegoed laten gelden. Een der niet geschorste

men voor de maand Januari het praesidium van den Kerkeraad had opgedragen, was reeds in den avond van den 4den Januari op wacht gezet, om ieder te verhinderen van de vergaderzaal des Kerkeraads gebruik te maken. Een dag later liet hij op last van het Classicaal Bestuur de deur van een nieuw slot voorpredikanten, die

zien en met ijzeren platen bepantseren, terwijl hij er een tweetal bewakers bij plaatste. Dit was een grijpen in het recht van beheer. De ziel van het Classicaal Bestuur

was

in die

dagen Dr. G.

J.

Vos, die in 1875 zijn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen