Leven en arbeid van Dr. A. Kuyper - pagina 26

JEUGD EN STUDIEJAREN.

4

de uiterste zeldzaamheden behooren, dat

de meesten voor

stellig

goed verloren zijn en dat op twee of drie na niemand in de laatste tweehonderd jaren ze in handen heeft gehad. En dan als door een wonder Gods op eens een collectie Lasciana voor u te zien, rijker dan eenige boekerij in gansch Europa ze bezat of nog bezit. Dien schat, voor mij het to be or not to be

man naar wien

een

bij

die er niets

van

bij

mijn prijsvraag, te vinden

verwezen was door een trouwen vriend,

ik

wist, dat die schat er schuilde; ja bij een

een week geleden zich den

naam van a Lasco

herinnerde en zelfs niet wist

te

Hervormer

iets

slechts

man

zeggen, of er van dien Poolschen

school onder zijn preciosa

In ernst,

men moet

zelf, in

eigen levensstrijd, door zulk een verrassing overvallen

om

weten wat het

te

een wonder Gods

is

die

vluchtig

te

zijn,

ontmoeten op

zijn

levensweg.

Nu zeg bidding,

ik het met nog oneindig dieper gevoel van dankbare aanmaar toch ook toen greep het mij aan, zoo machtig aan,

dat ik voor het eerst het lang gestaakte dankgebed vernieuwde, en het mij zelve niet

sprookje was,

om

kon verhelen: dat het toch geen oude vrouwen van „een vinger Gods" te spreken. Of oordeel zelf.

Gij hebt ter toebereiding

een instrument van noode. Slechts op één

Maar niemand,

plaats ter wereld schuilt het.

weet, dat het er u,

als tegen

Straks

is

het

is,

dat

hij

zelfs niet

het heeft, dat het bestaat, en

de eigenaar,

God

brengt

uw wil, ter plaatse waar het ontdekt moet worden. in uw hand! Zoo dit geen voorzienig bestel mag heeten,

wat is het dan? En nu weet ik wel, zulk een gewaarwording is nog geen bekeering, maar het is toch een ontmoeten van den levenden, werkenden, bestierenden God op die haast ongelooflijke ervaring

zoo diep en blijvend, dat

ik

uw

levenspad, en de indruk door

op mijn hart gemaakt was dan ook

teruggaand,

in

mijn herinnering

om

de

van mijn God te herdenken, nog altijd, langs wat weg ook, op dat wondere bestel met die Lasciana terug kom." Behoeft het nu nog betoog, dat mijn arbeid aan mijn prijsvraag zoekende

liefde

hierdoor een zoo gewijd en geheiligd karakter ontving als tot dusverre aan mijn studie vreemd bleef, en dat toen de prijs gewonnen

was, zelfs mijn eigengerechtig hart een deel der eere en der dank-

zegging aan een andere macht dan die van mijn eigen geest wijdde?

En

begrijpt ge

dan

niet,

hoe een jaar onder zulke indrukken,

sluitend aan de bestudeering

uit-

van het Kerkelijk vraagstuk besteed.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen