Ad Valvas 1972-1973 - pagina 193

16 MAART 1973

20e JAARGANAG ­ NUMMER 25

^^^w.'.w.^'^^^^',^'.V.^^,?.^'.^'.'.'.w^<w^^^^^^^ m ' wv^ w x p . i y ***** < ww www

WEEKBLAD VRIJE UNIVERSITEIT

EEN NIEUWE WEG VAN SECUNDAIR NAAR HOGER ONDERWIJS Een op nieuwe leest geschoeide opzet van de overgangsfase van secundair (vwo en havo) naar het hoger (wo en daarmee ver­ wante sectoren van hbo) onder­ wijs wordt voorgesteld in een dis­ cussienota, getiteld 'Een nieuwe weg van secundaire naar hoger onderwijs', die door de vaste Com­ missie Algemene Vraagstukken Verhouding VWO­WO van de Academische Raad (AR) aan zijn voorzitter is aangeboden. De Commissie twijfelt aan de juistheid van de wijze waarop in ons land aan deze onder wijsfase vorm is gegeven. Zij meent bo­ vendien dat de fundamentele ont­ wikkelingen, welke zich momen­ teel in de sectoren van het secun­ dair en hoger onderwijs voor­ doen, om bezinning op de grond­ slagen van de verhouding tussen beide sectoren vragen. Zij con­ stateert dat niettegenstaande de 'Mammoetwet' alsmede wetsont­ werpen, rapporten en nota's in­ zake de onderwijshervorming op deze grondslagen bijna nergens is ingegaan. 'De vraag,' aldus de Commissie, 'of op dit punt geen nieuwe wegen zouden moeten worden ingeslagen, is nauwelijks gesteld.'

¥A0 Bij wijze van antwoord op deze vraag schetst de Commissie de structuur van een nieuwe, geïn­ segreerde onderwijsfase tussen het vwo en WO, die niet door een sind­ of toelatingsexamen wordt doorsneden. Deze 3­jarige fase, voorbereidend academisch onder­ wijs (vao) genaamd, ontstaat door de samentrekking van de laatste twee jaren van het vwo en van

het eerste jaar van het wo. Het vao moet tevens voorbereiding mogelijk maken tot ­een hbo­ studie voor leerlingen, die daar­ toe qua aanleg en gerichtheid in aanmerldng komen. Voor het be­ trekken van het havo in deze structuur ziet de Commissie ver­ schillende mogelijkheden.

Selectie Zonder de problematiek van de selectie te willen behandelen duidt de Commissie de weg van een differentiatieproces aan, die zich toespitst op de vervolgstudie in het hoger onderwijs. Hierbij is evaluatie middels zelfbeoordeling — en eigen keuze — van de leer­ llng­student van bijzondere bete­ kenis, zonder dat van gehele vrijheid sprake is. Voor een goed verloop van een dergelijk proces van trapsgewijze (per semester) evaluatie, keuze en beoordeling zijn volgens de Commissie niet alleen docenten, maar ook speci­ fiek daarvoor gekwalificeerde be­ geleiders nodig. Er zou een ge­ varieerd en aan de diverse be­ hoeften aangepast systeem van toetsingsmethoden worden gehan­ teerd wanneer nagegaan wordt of de onderwijsdoeleinden zijn bereikt. Aan het — al dan niet voUedig — volgen van het vao is een zgn. 'dossierdiploma' verbon­ den, waarin een beschrijving naar inhoud en niveau wordt gegeven van het door de leerüng­student gevolgde onderwijs.

Voordelen VAO Als voordelen van het vao ten op­ zichte van de huidige structuur ziet de Commissie o.m. dat door

'm

ÜIF­CONFERENTIE OP 10 EN 11 MEI 1973 Elk jaar sluit de Centrale Inter­ faculteit zijn aktiviteiten af, met een conferentie. Vorig jaar werd deze conferentie verzorgd door de researchgroep 'Geloof­Filoso­ fie'; dit jaar zal de researchgroep 'Universiteit' zich met de voor­ bereiding van deze conferentie bezighouden. Hen researchgroep is samen­ gesteld uit doctoraalstudenten en promovendi, die zich gezamenlijk bezighouden met een thema. De opdracht aan de researchgroep 'Universiteit' is: een systematisch wijsgerig onder­ zoek te doen naar de grondslag, de aard en de zin van de univer­ siteit met toespitsing op de kon­ krete realiteit en mogelijkheid van een christelijke universiteit als de Vrije Universiteit. Op de conferentie zal dit onder­ werp worden behandeld in de vorm van een diskussiespel, waar­ in de problematiek van universi­ teit, wetenschap en samenleving en hun onderlinge samenhang be­ sproken zal worden. Aan dit spel zal, als 'warming­up' een film over de bezetting van de VU (februari, 1972) voorafgaan. Naar aanleiding van dit spel zal

de voorzitster van de research­ groep 'Universiteit', mevrouw drs. A. Th. Brüggeman, spreken over: 'De universiteit vandaag: een paar problemen'. Deelname aan deze conferentie staat in prin­ cipe alleen open voor de leden van de fakulteitsgemeenschap van de Centrale Interfaculteit aan de Vrije Universiteit. Voor deelne­ mers zal vanaf zestien april a.s. een informatiemap over de uni­ versiteitsproblematiek, verkrijg­ baar zijn bij het bureau van de CIP. Zij, die zich door het niet behoren tot de leden van de CIF ernstig gedupeerd voelen kunnen kontakt opnemen met het studiesekreta­ riaat, tel. 48 49 58. Plaats van de confelrentie is: Internationale School voor Wüs­ begeertci Dodeweg 8, te Leusden. De data zijn: 10 en 11 mei a.s. en we beginnen om 10.00 uur 's mor­ gens en sluiten 18.00 uur a(. Om­ dat de precieze kostenberaming nog niet vaststaat kunnen we nu alleen nog maar zeggen dat de kosten per deelnemer de dertig gulden zeker niet zullen over­ schrijden.

het wegvallen van het eindexa­ men het onderwijs meer continuï­ teit krijgt. Door de meer soepele overgang tussen het vwo en het WO kan men voorts de ontwikke­ lingen binnen de beide sectoren beter op elkaar afstemmen. Met name voor de ontplooiing van de individuele leerluig­student is van belang dat door de verrui­ ming van de keuzemogelijkheden omzwaaien en doorstromen soepel kan geschieden. Ook meent de Commissie dat het vao ruimere mogelijkheden biedt voor con­ tinuïteit en flexibiliteit üi de curriculumopbouw. Tot slot zij genoemd de verkleining van de afstand tussen de betrokken do­ centen In de onderscheidene sec­ toren, hetgeen op de benadering van de leerstof en op de gebe­ zigde didactische methoden gun­ stige effecten kan hebben.

i'.wwww'.w'a.'.wr'.wwww'.wwwt.wi'.'W"!.'."'."

iAwwtww>ui>*mi<rt»iiu>iiMrt'i1W'iWiiWiiï*'rtW

Discussie De Commissie is er zich van be­ wust dat haar gedachten, die in de discussie­nota zijn neergelegd, vele en belangrijke vragen zullen oproepen. Zoals de aanduiding van haar werkstuk reeds zegt staan die gedachten dan ook ter discussie.

Procedure Tenemde de discussie te bevor­ deren heeft de Commissie de voorzitter van de Academische Raad, dr. H. H. Janssen, verzocht haar discussienota zowel binnen als buiten imiversitalre kringen een zo ruim mogelijke bekendheid te geven. Aan dit verzoek wordt uiteraard voldaan en de discussie­ nota wordt binnenkort verspreid. De Commissie verwacht vóór 1 september a.s. de commentaren op haar gedachten van de betrokken personen en instanties, aan de hand waarvan zij een afgerond werkstuk de AR hoopt voor te leggen en eventueel aanbevelin­ gen te doen. De Raad zal zich te zijner tijd over het voldragen werkstuk van zijn Commissie beraden. De vaste Commissie Algemene

Vraagstukken Verhouding VWO­ WO is door de Academische Raad In oktober 1970 Ingesteld. Haar taak bestaat uit het in beschou­ wing nemen van vraagstukken betreffende de verhouding tussen het vwo en het wo in het alge­ meen en betreffende de aanslui­ ting van het vwo op het wo in het bijzonder, alsmede uit het op grond van deze beschouwing op verzoek of eigener beweging uit­ brengen van advies aan de AR. Ook kan zij, na verkregen toe­ stemming van de Dagelijkse Raad van de AR, direct advies uitbren­ gen aan de voor het onderwijs verantwoordelijke bewindslieden, imiversiteiten en hogescholen, alsmede aan Instellingen en or­ ganisaties op het gebied van het vwo. De Commissie, waarvan de voorzitter prof. dr. H. J. A. Du­ parc, hoogleraar In de zuivere en toegepaste wiskunde en mecha­ nica aan de Technische Hoge­ school te Delft, is, heeft met het oog op haar taak een gemengde samenstelling. Tot leden heeft zij zowel deskundigen vanuit het wo als vanuit het vwo. Secretaris van de Commissie vwo­ wo is drs. A. J. F. van Burink, stafmedewerker van het Bureau van de Academische Raad.

HET BESTA A N VAN DE MENS Fysische en fysiologische aspecten van de stabilometrie De mens kan tijdens het staan zijn vrij lange en zware lichaam overeind houden op twee betrek­ kelijk kleine voeten. Bovendien kan de lichaamshouding tijdens het staan veranderd worden zon­ der dat hierdoor het handhaven van het evenwicht direct in ge­ vaar komt. Dit kunnen blijven staan wordt mogelijk gemaakt door een goed funktionerend (centraal) zenuwstelsel, dat er voor zorgt dat een dreigende ver­ storing van het evenwicht gecor­ rigeerd wordt door gepaste spier­ akties. Uiteraard moet het cen­ traal zenuwstelsel dan wel tijdig Ingelicht worden omtrent de nei­ ging het evenwicht te gaan ver­ liezen. Hiervoor zijn in ons li­ chaam een groot aantal opnemers aanwezig, die hun bevindingen doorgeven aan het centraal ze­ nuwstelsel. Voor het meten van het vermogen om stil te staan, werd een meetmethode ontwik­ keld, de stabilometrie. In een aantal testsituaties werden sta­ bilometrische meetgegevens vast­ gelegd en vervolgens zijn deze op verschillende manieren bewerkt en geanalyseerd. In dit proefschrift wordt speciaal aandacht besteed aan de bijdrage die het evenwichtsorgaan levert hl dit proces van handhaving van het evenwicht tijdens het staan. Het evenwichtsorgaan is met het gehoororgaan nauw verbonden en gelegen in het rotsbeen; het dient voor het waarnemen van snel­ heidsveranderingen of versnel­ lingen. De belangrijkste kracht die de staande mens ondervindt is vertikaal gericht en wordt ver­ oorzaakt door de versnelling van de zwaartekracht. I n feite is een onderdeel van het evenwichts­ orgaan te beschouwen als een soort kompas dat steeds blijft aangeven uit welke richting de zwaartekracht komt; een ander gedeelte dient voor het waar­ nemen van veranderingen van een draaisnelheid. Voor het hand­ haven van het evenwicht kan de informatie van het evenwichts­ orgaan een belangrijk gegeven zijn. Het blijkt dat personen die gevoelig zijn voor zeeziekte zich van anderen onderscheiden, op grond van de mate van beweeg­ lijkheid tijdens het staan in be­ paalde situaties. Het blijkt niet mogelijk tot een scherpe maatstaf te komen, waarmee beoordeeld

Korte samenvatting van het proef­ schrift HET BESTAAN VAN DE MENS, fysische en fysiologische aspecten van de stabilometrie, waarop drs. Th. S. Kapteyn te Baambrugge vandaag promoveert tot doctor in de geneeskunde. Promotor is prof. dr. G. de Wit, co­promotor dr. H. Schneider, lector.

kan worden of de beweeglijkheid van iemand tijdens het staan nog als normaal of als abnormaal kan worden aangemerkt. Wel komt duidelijk naar voren dat per­ sonen met duizelingsklachten üi sterkere mate bewegingen maken tijdens het staan dan gezonde personen. Er blijkt een relatie aantoonbaar te zijn tussen een aantal gediag­ nostiseerde oorzaken van de dui­ zehgheidsklachten en de verkre­ gen meetgegevens, verkregen met de stabilometrie. Dit opent pers­ pectief voor het toepassen van de stabilometrie op het terrein van de diagnostiek.

Enkele stellingen 4. Het nog steeds gebruik maken van foutieve beschouwingen over de versnellingen die werkzaam zijn bü stimulatie met de paral­ lelschommel, rechtvaardigt de uitspraak van Lansberg daarover: 'Old sins cast long shadows'. Aeromedica Acta deel 3 (1954). 10. De weerstand van de slecht­ horende tegen het dragen van een hoortoestel wordt mede veroor­ zaakt door de weerstand van de personen uit zijn omgeving tegen een dergelijk toestel, omdat dit in verband gebracht wordt met een moeizame communicatie welke extra Inspanning vereist. 12. Het zich laten betalen voor werkzaamheden, die in feite door andere instanties worden verricht is niet minder laakbaar dan het misbruik maken van sociale voor­ zieningen.

Tenslotte is een model ontwikkeld en met de computer doorgerekend, waardoor het inzicht wordt ver­ diept in de mate van bewegingen die de staande mens uitvoert en de mechanlsmes die deze bewe­ gingen tot stand doen komen. Personalia: Theo Sjoerd Kapteyn werd in 1936 te Lochem geboren en stu­ deerde aan de Vrije Universiteit. Na het afleggen van het doktoraal examen in experimentele Natuur­ kunde, werd hij in 1963 benoemd als Fysicus aan de Keel­, Neus­, Oorheelkundige Afdeling van het Academisch Ziekenhuis der Vrije Universiteit, waar hij belast is met de dagelijkse leiding van de Audlologische Afdeling. Op grond van zijn specialisatie is de heer Kapteyn opgenomen in de staf van het Instituut van de Nederlandse Stichting voor het Dove en Slechthorende Kind te Amsterdam en is daarnaast ver­ bonden als staflid aan de School voor Gehoorgestoorde en Spraak­ gebrekkige Kinderen te Haarlem.

Samenstelling: Bureau pers en voorlichting. De Boelelaan 1105 (Postbus 7161) Amsterdam, tel. 48 26 71. Kopij, niet bestemd voor de mededelingenrubriek, moet (getypt) uiterlijk maandag­ morgen om 10 uur binnen zi)n. Advertenties: J. G. Duyker, Amsterdamse­ weg 397, Amstelveen. Postbus 228. Tel. 020­43 2615; bgg 43 18 10.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen