GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Ad Valvas 1972-1973 - pagina 276

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ad Valvas 1972-1973 - pagina 276

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

AD VALVAS — 22 JUNI 19V3

8

ONDERWIJSPERSPECTIEVEN OPLEIDINGSPERSPECTIEVEN

BEZEHING PAW Woensdag 13 juni werd de subfakulteit der pedagogiese e n a n d r a gogiese wetenschappen (een deel v a n h e t gebouw De Lairessestraat 142) door ± 50 studenten bezet. H e t interimbestuur v a n de f akulteit der sociale wetenschappen b e sloot die dag tot indiening v a n voorlopige reglementen, die gelden voor de subfakultelt PAW, bij de XJR. Op h e t verzoek v a n h e t d a gelijks bestuur van de subfakultelt om t e wachten m e t indiening t o t d a t de subfakulteitsraad zich over de reglementen h a d u i t gesproken, werd niet ingegaan. De studenten v a t t e n dit op als een willens en wetens negeren v a n de a a n de subfakultelt PAW b e s t a a n de gedemokratiseerde bestuursstruktuur, en besloten tot bezetting over t e gaan. D e bezetters formuleerden twee eisen. De eerste eis hield in, d a t h e t fakulteitsbestuur op zijn b e sluit tot indiening moest terugkomen en m e t indienen moest w a c h t e n t o t d a t de subfakulteitsraad zich h a d tütgesproken. De tweede eis stelde, d a t h e t fakulteitsbestuur de door de subfakulteitsr a a d genomen besluiten als doorslaggevend m o e i t beschouwen. Inwilliging van de eerste eis was v a n h e t grootste belang, opdat d e subfakulteitsraad in open diskussie en zonder dwang van boven af tot besluitvorming kon komen over zeer principiële zaken als; 1. h e t al d a n niet even of oneven moeten zijn v a n h e t totaal a a n t a l t e verdelen subfakulteitsraadszetels — h e t fakulteitsbestuur stelt d a t dit oneven dient t e zijn. 2. de bevoegdheid tot h e t instellen van vakgroepen — h e t fakulteitsbestuur stelt, d a t deze bevoegdheid dient t e liggen bij de fakulteitsraad. 3. h e t lidmaatschap v a n de vakgroep — h e t fakulteitsbestuur stelt, d a t m e n lid kan zijn van de vakgroep indien men nog anderhalf j a a r v a n de studie vóór zich heeft. 4. h e t onderscheid tussen wetenschappelijk personeel in vaste dienst en tijdelijke dienst

DE ADOLPH BENTiHCK PRIJS Ieder j a a r zal een prijs v a n 15.000,— franse francs worden toegekend ter bekroning van een studie of werkstuk, waarmede een bijdi-age wordt geleverd a a n de ontwikkeling van de s a a m horigheid en samenwerking op sociaal, economisch, politiek en cultureel gebied in Europa. Tevens moet deze studie of dit werkstuk bijdragen tot h e t nauwer a a n h a l e n v a n de banden, die de Europese l a n d e n verenigen, de ontwikkeling van de Europese i n stellingen en tot h e t verbeteren van de betrekkingen tussen E u r o pa en de rest van de wereld. De toekenning van de prijs h a n g t op geen enkele wijze samen m e t de nationaliteit van de prijswinn a a r . Alleen de kwaliteit van h e t werk zal h e t besluit van de jury bepalen. De jury zal, of h e t n u een niet gepubliceerde studie, een reeds uitgegeven werk, een verzameling artikelen, of eventueel een voordracht of een belangrijke r e devoering betreft, vrij ziJn in h e t bepalen v a n h a a r keuze. Deze prijs is ingesteld ter h e r i n n e ring a a n de eminente Nederlandse diplomaat Adolph Bentinck, die tijdens zijn leven was bezield door het ideaal van een Verenigd Europa. O m te k u n n e n meedingen n a a r de Adolph Bentinck-Prijs moet de studie of h e t werkstuk, hetzij door de auteur, hetzij door een uitge-i ver of een instelling vóór 1 oktober 1973 a a n de jury ter beoordeling worden voorgelegd. Op initiatief van Baronesse B e n tinck is de organisatie van de Prijs toevertrouwd a a n de Association des Amis de la République Prangaise, 35, Avenue VictorHugo, 75116 P a r u s (Pranlcrijk), Telefoon 727.64.14, alwaar m e n inlichtingen k a n inwinnen en a a n welke instelling de manuscripten moeten worden toegezonden.

— h e t fakulteitsbestuur stelt, d a t de meerderheid van de zetels in r a d e n en kommissies bestemd is voor de stafleden in vaste dienst. Dit heeft prakties tot konsekwentie d a t voor h e t wetenschappelijk personeel in tijdelijke dienst in de diverse kommissies geen p l a a t s is. 'De bezetters stelden, d a t t.a.v. de genoemde p u n t e n h e t fakulteitsbestuur pogingen ondernam om de demokratisering verder terug t e draalen. D a a r o m dient h e t r e glement eerst door de subfakulteitsraad besproken te worden, om p a s d a a r n a voorgelegd te k u n n e n worden a a n de U B . Tijdens de bezetting vond h e r haald overleg plaats tussen bezetters, dagelijks bestuur van de s u b fakul en h e t fakulteitsbestuur. Dit leidde ertoe, d a t h e t dagelijks b e stuur bü monde v a n prof. De Wit toezegde opnieuw een verzoek t o t uitstel v a n indiening t e doen a a n h e t fakulteitsbestuur èn de b e sluiten van de subfakulteitsraad af te wachten. H e t zou dit verzoek echter paa doen, indien de bezetting werd opgeheven. Toen de bezetters van de dekaan v a n de fakulteit sociale wetenschappen, prof. Fokkema, v e r n a m e n d a t h e t fakulteitsbestuur p o sitief tegenover dit h e r h a a l d verzoek v a n h e t dagelijks bestuur PAW zou staan, vormde dit voor de bezetters reden genoeg om de bezetting op te heffen. Tijdens de bezetting hebben de

studenten zich grondig voorbereid op de subfakulteitsraadvergadel i n g v a n 22 juni, waar de studentenf raksie zal pleiten voor een verdere uitbouw van de demokratiese verworvenheden. Namens Hllaritas Jan de Jong Naschrift Het bovenstaande behoeft volgens de ons bekende gegevens op een enkel punt enige correctie. De voorzitter van de fakulteit SW heeft, naar hij ons naar aanlei' ding van de opheffing van de bezetting meedeelde, bij het laatsteoverleg met de bezetters niet gezegd positief te staan tegenover een eventueel herhaald verzoek tot niet-indiening van het reglement; hij heeft laten weten een eventueel verzoek daartoe van een dan in vrijheid handelend subfakulteitsbestuur serieus in overweging te wülen nemen. Dit overigens geclausuleerd, omdat hij over de zaak nog geen overleg hod gepleegd met gijn mede-bestuursleden. Tot slot: als in de tekst van Hilaritas sprake is van 'het fakulteitsbestuur stelt...' dan moet dat gelezen worden als: 'het door de fakulteit vastgestelde en ingediende fakulteitsreglement en het vigerende universiteitsreglement schrijven voor...' Redactie

HET GEHOOR VAN UILEN De afdeling Diersystematiek en Diergeografie a a n de Vrije Universiteit toont een bijzondere b e langstelling voor de d a g - en nachtroofvogels (ook a a n t e duiden als roofvogels en uilen). I n dit kader werd een vergelijkend onderzoek n a a r gehoorvermogen bij de diverse soorten uilen gestart. Naast de Kerkuilachtigen (familie Tytonidae) kennen we de overige uilen (familie Strigidae). Deze laatste familie werd door Peters in 1940 op grond van grootte en vorm van het oorgat, ingedeeld in 2 subfamilies te wet e n de Buboninae (met kleine, eenvoudig gevormde oren) en de Striginae (met grote asymetrisch geplaatste oren met complexe structuren daar om heen). Deze indeling wordt tot op heden meestal gevolgd, hoewel sommige ornithologen er niet gelukkig mee zijn. Consequente toepassing van P e ter's indelingscriterium leidt tot moeilijkheden in h e t geslacht Strix (Bosuilen). Sommige soorten daaruit zouden dan bij de Buboninae gaan behoren en de overige bü de Striginae. Dit oorgat-kenmerk blijkt tevens m i n of meer geografisch bepaald t e zijn. Grotere complexe oren komen vaker voor by soorten van gematigde streken d a n bij soorten uit tropische en sub-tropische gebieden. Het lag voor de h a n d te veronderstellen d a t samenhangend met deze verschillende oorvormen ook verschillen in gehoorvermogen zouden bestaan. Die verschillen vast t e stellen met de betekenis d a a r v a n voor de groep van de uilen, vomide het doel van deze studie. Van de uilen met grote complexe oren werden de inheemse Bosuil en Ransuil onderzocht. Twee onderzoekingsmethoden werden toegepast: 1. Het vaststellen van minimaal waarneembare geluidsdrukken via conditionering van de proef dieren. 2. Het afleiden en registrer e n v a n door toonstoten opgewekte cochlea-potentialen. De onderzochte soorten vertoonden een zeer gevoelig gehoor over 4 octaven (0.4-7 kHz voor de Bosuil en 0.5-kHz voor de Ransuil. Een a a n t a l exotische uilensoorten met kleinere en eenvoudiger gevormde oren werd met de conditioneringsmethode onderzocht. De best horende soorten vertoonden een overeenkomstige gehoorscherpte als vastgesteld bij Bösen Ransuilen m a a r h e t frequentiegebied waarover dit van toepassing was, overschreed nooit de 6 kHz grens en was in veel gevallen nog kleiner. I n de discussie werden de gevonden gegevens in verband gebracht met wat b e kend is over het vermogen van sommige mlensoorten om met behulp van alleen het gehoor prooi op te sporen. Personalia: Tjalling van Dijk, op 19 septem-

Korte samenvatting van het proefschrift: A comparative study of hearing in owls of t h e family Strigidas, waarop drs. T. van Dijk te Aalsmeer op 20 juni promoveerde tot doctor in de wiskunde en natuurwetenschappen. Promotor was prof. dr. K. H. Voous, copromotor prof. dl*. J. Schwartzkopff.

ber 1935 te Amsterdam geboren, studeerde biologie a a n de Vrije Universiteit. Vanaf 1965 is lüj verbonden a a n de toen pas gestichte afdeling Diersystematiek en Diergeografie, sinds 1967 in de

Dit proefschrift is bedoeld als een bijdrage tot de vergelijkende studie van opvoeding en onderwijs met h e t accent op het b a sisonderwijs en de opleiding van onderwijzend personeel. I n dit verband stelt de a u t e u r o.m. de vergelijkende opvoedkunde, onderwijswetenschap, onderwijskunde en enkele methodologische gezichtspunten a a n de orde. Vervolgens wordt ingegaan op de functie en de structuur van het basisonderwijs binnen het geheel der onderwijsvoorzieningen in Engeland en Wales, Nederland en de Duitse Bondsrepubliek. Naast historische gegevens worden o.m. vermeld de huidige kenmerken van wetgeving, bestuur, de grondslagen van h e t onderwijs, de positie van ouders en kind en de verhouding school-maatschappij. De actuele problematiek en de b e leidsplannen ten aanzien van h e t (basis) onderwüs krijgen de a a n dacht, waarbij representatieve Engelse, Nederlandse en Duitse publicaties de revu passeren. Een groot deel van h e t boek b e s t a a t uit h e t onderzoek n a a r de structuur en de functie van de opleiding van onderwijzend personeel voor h e t pre-tertiaire o n derwTtJs, d.w.z. onderwijs a a n de leeftijdsgroep tot ± 18 jaar. N a enkele historische gegevens volgt üiformatie over de opleidingen i n de hierboven genoemde l a n d e n met betreklcing t o t : — de plaats van de opleidingen i n het geheel van de onderwijsvoorzieningen, — structuur van de opleidingen.

functie van wetenschappelijk m e dewerker. Enkele stellingen." 2. De snelheid waarmee h e t g e hoorvermogen van uUen heeft kunnen evolueren k a n biJ uitstek bestudeerd worden a a n h e t genus Strix. 6. Wanneer wij stellen d a t Adam een goddelijke opdracht ontving tot het beoefenen van de zoölogie, d a n kimnen wij deze opdracht nader omschrijven als een eei-ste aanzet tot het bedrijven van diersystematiek. Genesis 2 vs 19. 9. Tegenover de bewering d a t h e t vak biologie in h e t algemeen voortgezet onderwijs op hoog n i veau gegeven moet worden t e n einde h e t aanzien van h e t vak t e verhogen, kan men stellen dat h e t wenselijker is, d a t h e t biologie-onderwijs zó moet worden i n gericht d a t een groot bestand a a n leerlingen de maatschappelijke relevatie van h e t vak gaat inzien.

Korte samenvatting van het proefschrift: Onderwijsperspectieven-opleidingsperspectieven. Een vergelijkende studie van de functie en structuur van h e t b a sisonderwijs en de opleidingen van onderwijzend personeel in Engeland en Wales, Nederland en de Duitse Bondsrepubliek waarop drs. J. D. C. Branger t e Bussum op 14 juni promoveerde tot doctor in de sociale wetenschappen. Promotor was prof. dr. J. W. van Hulst, co-referent prof. dr. G. Wielenga. academisering, professionalisering, recrutering, — h e t beroepsbeeld, waarop de opleidingen anticiperen, — status en salariëring d e r opgeleiden. Tevens komen de beleidsplannen, gericht op herstructurering van de opleidingen, a a n de orde. T e n slotte is getracht enkele beginselen t e formuleren voor een b e leid t e n aanzien van de Nederlandse opleidingen van onderwijzend p€rs<Mieel. Personalia: J o h a n n e s Dirk Christiaan B r a n ger werd op 6 j u n i 1929 te A r n h e m geboren. Hij legde in 1961 h e t doctoraal examen opvoedkunde af en was werkzaam in fimcties by h e t basisonderwijs en de opleiding van onderwyzend personeel. T h a n s is h y werkzaam als wetenschappeiyk hoofdmedewerker a a n h e t pedagogisch instit u u t te Leiden. Enkele stellingen: 4. De t h a n s geldende beroepscode van de Nederlandse Vereniging van Opvoedkimdlgen is m o m e n teel een bruikbare basis voor de uitoefening v a n h e t beroep van opvoedkundige, m a a r zy dient doorlopend getoetst t e worden a a n nieuwe maatschappeiyke situaties. 5. Het is van betekenis d a t m e n vanaf het tydstip waarop een jong kind in een Idndertehuis wordt geplaatst, voor een z.g. plakboek, waarin men o.a. foto's van belangryke gebeurtenissen uit het leven van het Idnd bewaart. Dit k a n later voor h e t Idnd een hulpmiddel zyn by de vorming van een beeld van zyn verleden en onderstreept tevens dat h e t persooniyk benaderd werd. 11. I n de op elkaar volgende vormen van onderwys is er — vanaf h e t kleuteronderwys — een ongewenste positieve correlatie tussen h e t lichaamsgewicht van de leerlingen en het salaris van de leerla-achten.

Vervolg van pagina 5

ORGELCONCOURS I n h e t n a j a a r van 1973 zal een wedstrijd worden gehouden op h e t Couperin-orgel m de aula. Deelname a a n deze wedstrijd staat open voor de gehele universitaire gemeenschap, inclusief h e t ziekenhuis. Voor nadere bijzonderheden wordt verwezen n a a r de publikatie in Ad Valvas van 11 mei. Zij die belangstelling hebben voor h e t deelnemen a a n deze wedstrijd k u n n e n zich aanmelden bij h e t Secretariaat Couperinprijs 1973, Valeriusplein 9, Amsterdam. De inschryving sluit op 1 juli.

MENTOREN GEVRAAGD Kom-In '73 G E E P J E OP ALS MENTOR! voor aankomende eerstejaars a a n de Vrije Universiteit. Dat betekent: — samen met een studiegenoot 8 dagen lang lief en leed delen met een groep van plm. 15 aankomende eerstejaars, die a a n jouw fakulteit willen komen studeren (dus: 2 mentoren per groep van 15 eerstejaars). — eerstejaars begeleiden tijdens h e t VU-lntroduktieprogramma KOM-IN '73. — eer.stejaars kennis laten maken met de universiteit, m e t jouw fakulteit en met de 'stad'. DE T I J D : m a a n d a g 27 augustus t o t en m e t 4 september 1973. ONKOSTENVERGOEDING: f 15,— per dag. VOORBEREIDING: in de week, die voorafgaat a a n de Kom-In '73week (dus in de week van 20 t.m. 25 augustus) vindt er een training plaats van 2 dagen buiten de stad. Deze training is natuurlijk geheel gratis. Aan de orde komen: — informatie over het programma Kom-In '73. — informatie over de universiteit (struktuur e t c ) . — hoe begeleid je zo'n groep. OPGAVE of INLICHTINGEN bij: DISPUTORENRAAD P R I N S HENDRIKLAAN 31 BEL: tel. 763651, toestel 23 VERMELD: n a a m , adres, (sub)fakulteit, studiejaar.

dus, die als orthopedisch chirurg verbonden is a a n h e t St. A n n a Ziekenhuis t e Geldrop en een a a n t a l medewerkers van de T H / Eindhoven. Reeds is komen vast te s t a a n d a t m e n met relatief weinig kostbare, speciaal ontworpen a p p a r a t u u r k a n komen tot een aanzieniyke vooruitgang i n de diagnostiek en de therapie. E n ook, d a t by een dergeiyke ontwikkeling a a n tenminste de volgende voorwaarden moet worden vold a a n : De ingenieur moet n a a s t zyn eigen vakkennis beschikken over kennis van de anatomie, de fysiologie en de pathologie van het spierskeletstelsel; bovendien moet h y door eigen waarneming inzicht hebben in de mogeiykheden die de chirurg ter beschikking s t a a n tydens h e t uitvoeren van operaties. De medicus dient voldoende technisch inzicht te hebben om zyn klinische w a a r n e ming t e k u n n e n koppelen a a n een mogeiyke technische bydrage tot de oplossing. De interdisciplinaire a a n p a k van h e t onderzoek komt ook tot uitdrukking in h e t feit, dat drie hoogleraren by de promotie zyn betrokken, te weten: prof. dr. P. v a n Paassen, hoogleraar in de anatomie en directeur van h e t laboratorium voor Biomechanica en experimentele revalidatie van de Vrye Universiteit, prof. ir. A. Morowitz als hoogleraar in de leer der Mechanismen verbonden a a n de Afdeling der Werktuigbouwkunde v a n de Technische Hogeschool Eindhoven, (beiden promotoren) en prof. dr. H. H. Matthiass, hoofd van de Orthopedische Universiteitskliniek v a n de Westfälische Wilhelms-Universität te Münster. Enkele stellingen: 2. Naast de repositie en fixatie in engere zin van een olisthetische wervel, is h e t van groot belang, d a t daarby geiyktydig een n o r malisering van de statiek van de hele wervelkolom wordt bereikt. 10. Tydens de opleiding tot o r t h o pedisch chirurg heeft de klinische biomechanica nog steeds onvoldoende plaats en a a n d a c h t .

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 augustus 1972

Ad Valvas | 284 Pagina's

Ad Valvas 1972-1973 - pagina 276

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 augustus 1972

Ad Valvas | 284 Pagina's