De roeping der gemeente jegens hare opzieneren - pagina 21

19 denkbeeld, dat, om h u n n e n t w i l l e , die arme schapen zouden lijden. W a a r l i j k , het is om u w e n t w i l l e , dat ze vaak door diepten moeten worstelen , om u i n uwe ellenden te k u n n e n dienen en troosten. E n hoe vaak wordt dan nog die arbeid door boosheid en onkunde m i s d u i d ! Zoo ze niet waakten voor uwe z i e l e n , zij zouden al die nooden en smarten niet kennen. Z i j , die aldus, i n een werk zoo vol van zorg, en om uw teederst belang te behartigen, bezig z i j n , behooren door uwe liefde aangemoedigd, en i n het minst niet door koude verwaarloozing belemmerd te worden. V o o r a l n i e t , zoo gij i n aanmerking neemt, dat zij boven het moeijelijke van dit werk nog rekenschap van uwe zielen zullen moeten geven. W a t eene ontzaggelijke verantwoordelijkheid! D u i d t het niet ten kwade, zoo ze om hunne zielen vrij te maken u niet sparen k u n n e n . Vooral, neemt de drangreden ter harte, dat uwe ongehoorzaamheid h u n een' zuchtenden voor u nutteloozen a r b e i d , maar uwe gehoorzaamheid, een werk vol vreugde en zegen verschaft. H e t werk der liefde i n en voor de waarheid is zoet. Zielen te winnen voor de waarheid en ze het zoete deiwaarheid te doen smaken, is eene hemelsche vreugde; dan springen hunne harten op van vreugde i n G o d , want ze kennen geen zuiverder geen meerder blijdschap, dan dat de h u n toebetrouwden i n de waarheid wandelen. Doch o, hoe breekt gij het hart, zoo ze van wege uwen weerstand of koude verwaarloozing dien arbeid zuchtende moeten verrigten! Zelfs een Mozes werd er door verleid, om den dood, boven de aanschouwing van het gruwel en de jammeren der versmading van het goddelijk woord, te begeeren. Menige trage, wereldsgezinde, koude, zelfzuchtige, foutvindende of twistgierige gemeente heeft het harte van een getrouw Dienaar gebroken, en hem i n verdriet zijne dagen doen s l i j t e n , of zijn geestelijk leven gebluscht. — H e t weerstaan van de waarheid sleept een geducht oordeel n a zich. Gevoelloosheid voor de waarheid, wereldzin en sluimergeest zal het deel dier gemeente zijn, welke ten laatste eene medesleping der D i e n a r e n ten gevolge heeft. D i t moge vreemd schijnen, doch is desniettemin waarachtig. — D e man moge het hoofd der vrouwe en de regeerder des huizes zijn, nogtanszal de stille stadige d r u i p i n g van de tegenovergestelde rigtingeener vrouw meestal hierop uitloopen, dat de man zich schikt. D e zelfde invloed ten goede of ten kwade wordt van de gemeente op derzelver Dienaren bespeurd. — Bovendien zal het zuchtend werk voor de gemeente niet n u t t i g zijn, de arbeid van een' moedeloos geworden leeraar of ouderling zal weinig invloed uitoefenen. — E l k e wereldsgezinde onvruchtbare of weerstandbiedende gemeente zal bij volharding i n dien weg D i e naren, wier handen slap hangen, ofschoon ze ook met lust en ijver begonnen, of die i n denzelfden geest, i n vrede en rust, met de gemeente voorttreden, erlangen. W a a r Gods D i e n a r e n achting noch liefde erlangen,daar worden Gods woorden versmaad en wordtGods zegen verbannen. H o e ge-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen