GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Lets over het Antinomianisme in de 17e eeuw.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Lets over het Antinomianisme in de 17e eeuw.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

XXV.

DE KETTERIJEN BESTREDEN.

Indien de Classis gemeend heeft, dat allen zich zouden neerleggen bij haar besluit, dat de kerk van Gapinge moest afzien van Stroobant, dan is zij een week "later onaangenaam wakker geschud. Stroobant had nog vrienden onder de predikanten. Vooreerst Ds. E. Versteeg, die op de vergadering van den 25sten Mei 1690 protesteerde tegen de »wijze van handelingen, gehouden in het afslaan van het beroep van Ds. Stroobant op den i8den dezer loopende maand (Mei) geschied." De Classis gaf dit protest in handen van de afgevaardigden, met verzoek acht dagen later hierover hunne gedachten te zeggen.

Ook Gapinges kerk liet zich niet zoo gemakkelijk gezeggen, om Stroobant los te laten. Vooral niet omdat Ds. Vermaten, een andere vriend van Stroobant, er Director was en al zijn invloed gebruikte, om het Collegium Qualificatum in verzet te houden. Nadat echter Ds. Vermaten plaats gemaakt had voor Ds. Willem Biscop, predikant te Serooskerke, berustte Gapinge in de resolutie der Classis en beriep in Ds. Schafter, predikant van Renesse en Noordwelle, een anderen leeraar, welk beroep geapprobeerd werd, nadat de Classis zich overtuigd had, dat Schafter niet vast was aan »de hedendaagsche keikberoerende nieuwigheden." Hierna bleef de ketterij van Stroobant wel meer dan een jaar onbesproken in de Classis. De kerk van Hoeck bleef op haar leeraar gesteld, ten minste daar kwam geen aanklacht tegen hem in bij de gezamenlijke kerken.

De Classis bepaalde er zich dus vooreerst toe, om te waken tegen het doordringen der antinomiaansche ketterijen in andere kerken, onder haar ressorteerende. Hierin werd zij gesterkt door een brief van den Kerkeraad van Middelburg van dezen inhoud:

Eerw. Godz. Hooggeliede de Heeren, Broederen Predicanten en Ouderlingen der E. Classis van Walcheren, vergadert in ordinaria den 7en Juny 1690.

De E. Consistorie van Middelburg, in haar kerkelijke vergaderinge, gelijk voor dezen meermaals, ook nog van onlangs voorkomende van verscheidene leden hunne gravamina, dat dagelijks opkomen zooveel schadelijke en gruwelijke gevoelens, die heimelijk gezaaid en uitgestrooid en hier en daar van dezen en genen ingeboezemd worden, heeft daarop, in de vreeze des Heeren delibereerende, . goedgevonden, niet alleen met predikatiën, catechisatiën en aanspraken in het particulier in hare kerk daartegen te waken, maar dat haar gravamen (bezwaar) ook in deze eerwaarde vergadering in te brengen, teneinde met gelijkerhand mochte worden opgewaakt, achtereenvolgens UEerw. resolutie genomen in December laatstleden, dat geen schadelijke en verderfelijke leeringen in eenige kerken onzer Classis mochten inkruipen en verder doorbreken, maar met UEerw. wijs en godvruchtig advies tegengaan en geweerd worden.

Uit last des E. Kerkeraads voornt. en in aller naam, geteekent in consistorie dezen 6en Jui 1690.

NiCOLAUS SCHORER,

p. t. Praeses,

PETRUS SMYTEGELT,

Syn. p. t. Scriba.

Daar was voor de Classis veel te doen tot afwering van de ketterijen. Behalve het Verschoorisme, zochten de dwalingen van den Hoogleeraar Roëll en die van de predikanten Hack en Bicker zich een plaats in de harten te verwerven. Geen wonder dat Stroobant hierdoor op den achtergrond kwam. Wel las hij nog den 8en Sept. 1690 in de Classis een geschrift voor, waarin hij een nadere verklaring gaf van zijne gedachten over de bewuste zaak, (het Antinomianisme, waarvan hij beschuldigd was), alsmede eenige attestatiën, doch de af­ gevaardigden deelden mede, dat zij in deze kwestie niet verder zouden ingaan, voordat zij daartoe door de classis bijzonder waren aangewezen.

Doch uitstellen was voor de classis van Walcheren nog geen vergeten. In Neuzen (niet ver van Hoeck gelegen) staat Ds. Enoch Biscop op het einde van 1691. Toen schijnt daar bij sommigen het plan bestaan te hebben, om Ds. Stroobant te beroepen. De classis vond het tenminste noodig, om den afgevaardigden der Neuzenselie kerk, toen zij om handopening vroegen, toe te voegen, dat zij hem konden krijgen onder de volgende clausule, in het algemeen als voor hem, »dat zij zullen uitzien naar iemand, die vreemd is van hedendaagsche kerkberoerende nieuwigheden, " en in 't bijzonder, dat ze hunne oogen niet zullen laten gaan op Ds. Stroobant, voordat hij zich voor deze vergadering in het stuk van de leere, over de Antinomiaansche dwalingen nader zal hebben gezuiverd." Eerst den 2osten November 1692 werd de zaak van Stroobant weer opgevat. Naar aanleiding van een schrift van Ds. Stroobant, werd aan de oude commissie, van welke alleen nog Ds. N. Schorer overig was (Ds. Thilenius was overleden) opgedragen om een kort verslag van zijne leer te maken en in de classis te brengen. De commissie zelve werd daarop weer gebracht op twee personen, daar Ds. Boelaert aan Ds. Schorer toegevoegd werd.

DE GAAY FORTMAN,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 juni 1887

De Heraut | 4 Pagina's

Lets over het Antinomianisme in de 17e eeuw.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 juni 1887

De Heraut | 4 Pagina's