GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Nederlandsche Christen- Studentenvereeniging.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Nederlandsche Christen- Studentenvereeniging.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 26 Sept, 1902.

Het hart van den Gereformeerde is niet eng. Naarmate men zelf vaster staat in eigen wèlgewortelde overtuiging, kan er te meer waardeering zijn voor wat buiten onzen kring geschiedt. Dat niet alleen in Nederland, maar in heel Europa, Amerika en zelfs in Azië de studenten, die den naam van Christus belijden, aaneensluiting zoeken, om saamverbonden, des te sterker te staan tegen de machtige verleiding van de ongeloovige wetenschap, is daarom ook voor ons een verblijdend verschijnsel. Al geven wij daarmede geen oogenbltk ons standpunt prijs, dat een geloovig student aan geen ongeloovige Universiteit behoort te studeeren, wanneer de toegang tot een Christelijke Hoogeschool voor hem openstaat.

De Christen-studentenvereeniging in ons vaderland houdt jaarlijks te Laren conferenties, waar de genieting der vrije natuur zich paart aan gezelligen omgang en gemeenschappelijke bespreking van ernstige onderwerpen. Ditmaal was Dr. Kromsigt uit Dordrecht uitgenoodigd, om de bijbelbesprekingen te leiden, en niet het minst aan zijn invloed was het te danken, dat de conferentie in goeden geest geleid werd. Wat hij zelf in de Gereformeerde kerk meedeelt, aangaande den indruk te Laren ontvangen, toont, dat ook onder deze studenten diep gevoeld werd, hoe alleen de band aan het Woord Gods bewaren kan voor vervloeiing en afwijking van het geloof.

Van uit de verte reeds meermalen van de beweging gehoord hebbende, waren we nu in de gelegenheid haar van naderbij te leeren kennen, daar men ons had verzocht de drie conferentie dagen met bijbelbespreking te openen en te sluiten. En we kunnen zeggen: met dank aan God over zooveel, dat we hadden gezien en gehoord, keerden we huiswaarts. Er heerschte een goede, opgewekte, broederlijke geest. Ver schillen werden niet onderdrukt, maar duidelijk uitgesproken. En toch geschiedde het tevens op zulk eene wijze, dat de hartelijke begeerte onder alles duidelijk kenbaar was, om samen het ware, Christelijke spoor te mogen vinden. Gepaste humor en soms schalksche vrolijkheid zorgden ervoor, dat de ernst niet verstijfde tot gemaniereerde .deftigheid of valsche geestelijkheid. Degelijke referaten, vaak van krachtige, geestige of ook suggestieve welsprekendheid, gaven aanleiding tot velerlei besprekingen over zeer onderscheidene onderweipen. Vooral de vraag naar de beteekenis van den Bijbel voor heel ons leven liep eigenlijk door alles heen. En het was ons een teeken ten goede voor de gansche conferentie, dat die vraag zoo telkens weer boven kwam. Daaruit bleek, dat we bij alle verscheidenheid der onderwerpen (o.i. een verdienste, het litterarische onderwerp vooral niet uitgezonderd) toch niet werden afgeleid. Treffend was, hetgeen de Voorzitter de heer de Stoppelaar, beroepen predikant te Herkingen, ongeveer op het einde der conferentie zeide en verder ontwikkelde: „Hoe dieper toch ons geloofsleven wordt, hoe meer we ons toch ook aan den Bijbel gebonden zullen weten." Moge dat maar de ervaring zijn bij voortgaand onderzoek der Schrift ook in de „Bijbelkringen" van steeds meerderen uit den kring der N. C. S. V. Men behoeft elkander zijne opinie niet op te dringen. Laat het beginsel van „de vrijheid van den Christenmensch" hoog gehouden worden niet het minst in de studentenwereld. Maar laat het woord maar vlijtig gelezen worden, alleen en gemeenschappelijk; het Woord Gods heeft een eigen majesteit in zichzelf.

Hartelijk hopen we, dat de Vereeniging in omvang en groei, bovenal geestelijken groei, moge toenemen. Sommigen zijn bang voor elk soort van vereeniging buiten de Kerk om. Doch wij mogen nooit vergeten (tegenover Rome), dat in „de vrijheid van den Christenmensch" het recht tot allerlei soort van vereenigingen van Christenen tot een of ander doel onbetwistbaar gegeven is. Dat aan elk vereenigingsleven evenals aan het leven in de eenzaamheid zekere gevaren kleven, is duidelijk, want de zonde omringt ons overal lichtelijk, waar wij ook staan of liggen. Die gevaren moeten onder de oogen gezien worden, opdat men zich ervoor hoeden moge, doch „de vrijheid van den Christenmensch" moet ook in het recht tot vereenigingsleven gehandhaafd worden, altijd weer met deze beperking: een ieder zijn in zijn eigen gemoed ten volle verzekerd." Meent iemand als „tirailleur" beter zijne roeping te kunnen vervullen, men gunne ook hem zijne vrijheid. Alleen van de Kerk geldt, dat ieder schuldig is zich bij haar te voegen. Doch wij meenen, dat het over het algemeen goed zal zijn, dat de Christenstudenten zich aaneensluiten en alzoo ook in ouderlingen, vertrouwelijken omgang en lezing van Gods Woord kracht zoeken (Rom. i : 11 en 12) tegenover zoovele invloeden, die op hen werken ten verderve. En daarom vestigen wij de aan dacht op deze Vereeniging ook voor ouders, die zonen hebben, die studeeren.

Aangenaam was het ons ook op deze conferentie, die door + 80 personen werd bijgewoond, verscheidene studenten te ontmoeten van de Vrije Universiteit en van de Theolo gische School te Kampen. Ons trof de gedachte, dat juist de „spes palrias" („hoop des vaderlands") ons voor het eerst gebracht had in een aldus gemengd gezelschap. En als vanzelf rees in ons hart de bede omhoog, dat het de profetie mocht zijn van een toekomst, waarin heel Jezus' Gemeente in Nederland nog eens saam mocht verbonden worden in één kerkverband. Wie weet, welke verrassingen de Heere nog voor Zijn volk in Nederland beeft bereid. Mogen in het gebed van Gods volk niet het minst onze Christen jongelingen gedacht worden in hunnen vaak zoo moeilijken strijd.

Wij zijn het met Ds. Kromsigt van harte eens, dat het vrije vereenigingsleven naast de kerk een eigen bestaansrecht heeft. Alles in de kerk te laten opgaan, is geen Gereformeerd, maar een Roomsch beginsel. De „vrijheid van den Christenmensch" moet op dit punt worden gehandhaafd. Mits dit saamkomen in gemengd gezelschap onze studenten van Gereformeerden huize er maar niet toe verleide, onze vastbelijnde Gereformeerde beginselen uit te ruilen voor een zwevend Christendom boven geloofsverdeeldheid.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 september 1902

De Heraut | 4 Pagina's

De Nederlandsche Christen- Studentenvereeniging.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 september 1902

De Heraut | 4 Pagina's