GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een nieuwe Schriftverklaring.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een nieuwe Schriftverklaring.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

I.

Het is een teeken van gezond geestelijk leven, wanneer de gemeente van Christus hongert en dorst naar het Woord Gods. Hoe uitnemend historische studies, dogmatische verhandelingen en practicale onderwijzingen zijn, het ware levensbrood blijft het Woord Gods. Alleen in dat Woord zal de gemeente troost voor elke smart, medicijn voor elke krankheid, wapenen tegen eiken aanval, onderwijzing voor elke moeilijkheid op haar levensweg vinden. En naar mate Christus gemeente dichter bij dat Woord leeft, meer uit de fontein van dat Woord het water des levens schept, zal haar geloofskracht te heerlijker schitteren, haar roeping te beter worden verstaan, haar arbeid te rijker gezegend v/orden en haar overwinning over de wereld te zekerder zijn.

Ook in dat opzicht toont onze Gerefor meerde Kerk, dat zij door Gods genade het hoogst en het zuiverst staat onder alle kerken op aarde. Tot de karakteristieke eigenschappen van het Calvinisme, zooals het in de historie zich ontwikkelde, behoort juist, zooals ieder toestemt, dat kleven aan

ods Woord. Met alle kerken der Reformatie d eelt de Gereformeerde Kerk de overtuiging, g at het Woord Gods niet weggesloten mag d ls een kostbaar kleinood in de schatkameren h er Kerk, maar dat het moet uitgedragen d n gebracht worden tot heel het volk naar d hristus bevel: Onderzoekt de Schriften, h want die zijn het die van Mij getuigen. Maar onder de Kerken der Reformatie staat de Gereformeerde Kerk daarom het hoogst, omdat ze de eenheid van dat Woord Gods in Oud-en Nieuw-Testament handhaaft, voor geloof en leven geen ander richtsnoer en maatstaf erkent dan Gods Woord, en dat Woord in zijn onvergelijkelijke heerlijkheid en Goddelijke kracht ver boven alle oudheid der traditie, boven alle kerkelijk gezag, boven alle menschelijk woord stelt.

Het is dan ook de onsterfelijke verdienste van Calvijn, dat hij schier heel zijn leven besteed heeft om de Schrift in predicatie en exegese voor het volk uit te leggen, de verborgenheden van dat Woord te verklaren, en dat Woord toe te passen op alle omstandigheden des levens. Niet een der Reformatoren, noch Luther, noch Melanchton, noch Zwingli, heeft zoo diep gegraven in den goudmijn der Schrift als Calvijn. En nog altijd wordt door alle Theologen erkend, dat de reuzenarbeid, door Calvijn aan de verklaring der Schrift ten koste gelegd, wel de kostelijkste vrucht is geweest, die deza Reformator aan Gods Kerk geschonken heeft.

Aan dien grondtrek van het Calvinisme getrouw, heeft ons Gereformeerde volk in zijn beste tijden steeds hoogen prijs gesteld op goede Schriftverklaring. Nog worden werken als Patrick, Polus en Welsh, Henry en Stackhause, naast de vertaling van Ca!'7ijn's exegetische werken met gretigheid gezocht en gebruikt. Maar hoe uitnemend deze werken naast onze voortreffelijke kantteekeningen bij de Statenvertaling ook zijn mogen, toch spreekt het wel vanzelf, dat ze niet geheel aan de behoefte van onzen tijd meer beantwoorden. De Heilige Geest, die de eenige uitlegger is van Gods Woord, heeft door worsteling en strijd heen de Kerken steeds dieper geleid in dejkennisse der Schrift. De rijke bronnen, die het onderzoek van het Oosten ontsloot, leverden kostelijke bijdragen voor het recht verstand der Schrift, die onze vaderen niet bezaten. En het leven van onze eeuw eischt weer een andere toepassing van de Schrift, dan onze oude Godgeleerden die boden.

Een nieuwe Schriftverklaring, die heel Gods Woord in zijn eenheid en veelheid voor ons volk verklaart, uitlegt en toepast, is dies een dringende behoefte van onzen tijd. En hoe dankbaar we ook zijn voor de vertalingen van Calvijn's exegetische werken en voor hetgeen mannen als Ds. Van Andel e. a. voor enkele boeken der Schrift ons hebben geboden, we hebben meer noodig dan dat. Alleen een verklaring van keel de Schrift in een vorm voor onzen tijd gepast, kan ons schenken wat de gemeente van Christus voor haar geestelijk leven behoeft.

Dat geen onzer theologen zich dusverre aan dezen arbeid gewaagd heeft, zal wel niemand bevreemden, die zich indenkt welke eischen zulk een verklaring der Schrift voor onzen tijd stelt. Een populaire Schriftverklaring, zal ze niet in phraseologie zich verloopen, maar metterdaad de kennisse der Schrift vermeerderen, moet de vrucht zijn van de meest ernstige en wetenschappelijke studie van elk boek, van elk hoofdstuk, van elk woord der Heilige Schrift. Reeds de eerste hoofdstukken van Genesis plaatsen ons voor vraagstukken zoo ingrijpend, zoo heel het gebied der nieuwere wetenschap omvattend, dat meer dan een menschenleven noodig is om hiertegenover de ongeloovige critiek weer de rechte lijnen te trekken. Was een schaar van wetenschappelijke mannen vooropgegaan, die van beslist geloovig standpunt uit, met volle erkenning van het gezag van Gods Woord, een breede reeks van studiën over heel de Schrift ons geleverd had, dan zou het betrekkelijk niet zoo moeilijk zijn om de vrucht van dezen wetenschappelijken arbeid in populairen vorm aan het volk aan te bieden. Maar ieder, die op het gebied der exegese thuis is, weet dat dit niet zoo is. De wetenschappelijke exegese stond een eeuw lang in dienst van modern ongeloof of halfslachtige Vermittlungstheologie. En wat daartegenover van geloovige zijde geleverd werd, droeg meest een Luthersch en geen Gereformeerd stempel. En wie nu bedenkt, hoe nauw het bij de populaire exegese aankomt op wat onze vaderen de analogie des geloofs noemden, zal verstaan hoe uiterst voorzichtig men te zijn heeft bij het gebruik zelfs van deze „geloovige uitleggers" van onzen tijd, opdat men niet onder het kleed van bijbelsche exegese allerlei voorstellingen bij het volk doe ingang vinden, die met de attialogie des geloofs, gelijk de Gereformeerde Kerk die naar Gods Woord in haar belijdenisschriften uitsprak, in strijd zijn.

Dat Ds. Sikkel niettegenstaande deze ernstige bezwaren toch een poging gewaagd heeft om thans reeds een proeve van zulk een Gereformeerde Schriftverklaring aan ons volk te bieden, stemt tot dankbaarheid. Natuurlijk zal hij zelf de eerste zijn om te erkennen, dat dit niet de Gereformeerde Schriftverklaring is, die we op den duur noodig hebben. De wetenschappelijke voorstudie, die daarvoor noodig is, ontbreekt nog geheel, en zelfs een genie zou niet in staat zijn dat gemis te vergoeden. Maar waar ons thans levende geslacht toch inleiding in de Schrift noodig heeft en niet wachten kan totdat die wetenschappelijke arbeid verricht is, valt het te loven dat Ds. Sikkel met enkele andere Dienaren des Woords trachten wil voorloopig in deze dringende behoefte te voorzien. De opdracht van dit werk aan de Vrije Universiteit —voor haar een verrassing, omdat ze van tevoren hiermee niet in kennis was gesteld — zal door e Vrije Universiteit zeker op prijs worden esteld, omdat daaruit blijkt, dat ook onder ie predikanten, die niet in eigenlijken zin aar leerlingen kunnen worden genoemd, eze stichting hartelijke sympathie heeften e door haar beleden beginselen weerklank ebben gevonden.

Wat het werk zelf betreft deelen we nog mede, dat thans reeds twee deelen verschenen zijn. Vooreerst een Inleiding tot de verklaring der Heilige Schrift als Gods Woord, waarin Ds. Sikkel de beginselen uiteenzet, die bij de verklaring van Gods Woord hebben te gelden. Deze Inleiding, die „bij het ontbreken van een hermeneutisch werk, dat van de Gereformeerde beginselen uitgaat" als hulpmiddel dienst moet doen, is ook afzonderlijk in den handel verkrijgbaar gesteld. En voorts is als proeve van bewerking het eerste deel van Genesis verschenen, dat de hoofdstukken i—2:4 omvat. Dit eerste deel bevat reeds meer dan 200 bladzijden. Zooals Ds. Sikkel meedeelt, is de medewerking ook van andere predikanten gevraagd en verkregen. J. W. A. van Schalk te Amsterdam zorgde voor een keurigen druk, op breed en degelijk papier. De uitvoering doet den uitgever alle eer aan.

Over den inhoud van de Inleiding en het eerste deel van Genesis zullen we een volgend maal nog nader spreken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 mei 1906

De Heraut | 4 Pagina's

Een nieuwe Schriftverklaring.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 mei 1906

De Heraut | 4 Pagina's