Helpende handen - pagina 84

N A - O O R L O G S E B L O E I . DE J A R E N

I945-I960

Om uiting te geven aan haar bijzondere waardering voor het werk van Vrouwen vu-Hulp benoemde de v v s v u mevrouw Verdam in 1956 tot erelid van de vereniging. De onderscheiding werd haar uitgereikt door een ander erehd, prof. dr. G. H. J. van der Molen, die in 1 9 4 9 als eerste vrouw tot hoogleraar aan de v u was benoemd, vvsvu-praeses mej.W. Sizoo gaf bij deze gelegenheid uiting aan haar erkentelijkheid jegens Vrouwen vu-Hulp met de woorden: 'Als u er niet was, dan stonden wij nu niet hier!' In Helpende Handen van januari 1957 werd het gebaar van de studentes bijzonder op prij s gesteld. Mevrouw S. H. Engelkes-Wijngaarden schreef: 'We hebben weer 't gevoel gekregen, dat er heel veel jonge vrouwen klaar staan om straks het werk van ons over te nemen. Meisjes, die nu aan de v u studeren en straks, als ze haar plaats in de maatschappij gaan innemen, onze gelederen komen versterken.' Met deze constatering, die betrekking had op de continuïteit van het vvH-werk, was echter nog niet alles gezegd. Bekijkt men de relatie tussen Vrouwen vu-Hulp en v v s v u in een wat breder perspektief, dan wordt duidelijk dat de positie van de vrouw in gereformeerde kring geleidelijk aan het veranderen was. De sterke toename van het aantal vrouwelijke studenten na de oorlog was een ontwikkeling die niet op zichzelf stond. Ook op andere gebieden kwam de traditionele rolverdeling tussen man en vrouw, die voor de oorlog overheersend was geweest, onder druk te staan. Illustratief voor deze verschuiving was het boek De gereformeerde zede uit 1954, waarin de vu-theoloog R. Schippers kritische passages wijdde aan de plaats van de vrouw in de christelijke traditie. Zonder de natuurlijke wezensverscheidenheid van man en vrouw uit het oog te verliezen diende men 'alle zeden, waarin aan de vrijheid en de rechten van de vrouw niet voluit wordt genoeg gedaan, critisch te bezien'. Volgens de auteur stamden deze zeden 'voor een groot deel eerder uit de burgerlijke opinie-vorming dan uit een goed verstaan van de Heilige Schrift'. Niet minder typerend was de ontwikkeling op politiek gebied. Zoals Van de Streek beschrijft in haar boekje Politieke emancipatie van vrouwen in de arp 1917-1953 (1988) herriep de arp in 1953 het besluit uit de jaren twintig, dat passief vrouwenkiesrecht in strijd had genoemd met Gods Woord. De intrekking van dit besluit, na een jarenlange diskussie waarin de eerste vu-promovendae Gesina van der Molen en Fenna Diemer-Lindeboom zich duchtig hadden geweerd.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen