GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Levend onderzoek aan de Vrije Universiteit - pagina 33

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Levend onderzoek aan de Vrije Universiteit - pagina 33

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

H ERINNERINGEN

In 1951 kwamen de eerste biologiestudenten naar de nieuwe subfaculteit. 'Het waren er vier of vijf. Landelijk begonnen jaarlijks zo'n honderd studenten een biologieopleiding, dus we waren best blij met dat aantal. Bovenop het gebouw aan de De Lairessestraat werden een paar verdiepingen bijgebouwd: in de bovenste daarvan begonnen wij. Na een paar jaar verhuisde de Biologie naar een oud schoolgebouw aan de Rapenburgstraat.' Het onderzoek van de subfaculteit beperkte zich de eerste paar jaar tot de plantenfysiologie door Algera en de experimentele dierkunde door Lever. De meer beschrijvende richtingen van de biologie kregen ook aandacht, maar vooral in het onderwijs. 'Algera en ik waren echte laboratoriumbiologen, maar we vonden dat we er ook met de studenten op uit moesten. Vanaf het begin organiseerden we dan ook voorjaarsexcursies, waaraan alle studenten en docenten deelnamen. Met zo'n vijftien man gingen we een paar dagen naar bijvoorbeeld Mook, Winterswijk of Valkenburg. We sliepen in hotels en degenen die dat niet konden betalen in een tent.' T i j d e n s die kampen deden we van alles. De een wist veel van planten of kevers en de ander van vogels of vlinders. Ik ben al mijn hele leven een slakkenkenner. Tijdens de excursies zocht iedereen wat hij wilde en zo leerde je veel van elkaar. Door het succes van de voorjaarskampen begonnen we al snel twee weken durende zomerkampen te organiseren. Na een paar jaar gingen we naar Schiermonnikoog en daar zijn we heel wat jaren geweest. Toen het studentenaantal verder toenam, werden er in de zomer wel drie kampen gehouden.' 'Er werd hard gewerkt tijdens de kampen. Vanaf half jaren vijftig deed mijn groep bijvoorbeeld tien jaar lang onderzoek naar het aanspoelen van schelpen op het strand; later naar jonge platvisjes. Maar er werd ook veel gefeest en plezier gemaakt. Midden in de nacht vingen we konijnen, roosterden die en aten vervolgens boterhammen met konijn. Of studenten haalden op het vasteland een heel speenvarken op. De sfeer was fantastisch. Het was allemaal heel amicaal. Omdat we vonden dat die hardwerkende studenten dat verdienden, brachten professor Vlijm en ik ze op zondagmorgen thee en beschuit met suiker in hun tenten.'

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2000

Historische Reeks | 168 Pagina's

Levend onderzoek aan de Vrije Universiteit - pagina 33

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2000

Historische Reeks | 168 Pagina's