GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 1]) - pagina 131

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 1]) - pagina 131

[Deel 1]

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

CNO

CNO sloeg aan. In 1905 kende Transvaal al 228 CNO-scholen met 4 1 9 onderwijzers en 9335 leerlingen - tegenover ongeveer 3 0 . 0 0 0 leerlingen op de staatsscholen. 37 J.K. M. te Boekhorst, voor de oorlog in dienst bij het Transvaalse departement van onderwijs als inspecteur van onderwijs, vervulde toen diezelfde functie voor CNO - zijn salaris werd betaald door het Amsterdamse Schoolfonds. 38 Hij was overtuigd, dat CNO de concurrentie met de staatsschool zou gaan winnen - indien het genoeg geld kreeg. 39 Maar dat geld was er niet. De economische depressie duurde voort, de Nederlandse hulp verminderde en ook Leyds, die voorheen 1500 pond per maand stuurde, kon in 1 9 0 6 nog slechts 500 per maand overmaken. De steun voor CNO daalde. In de Vrijstaat sloot de Nederduitse Gereformeerde Kerk in 1905 een compromis met de regering: staatssteun in ruil voor het opgeven van de vrijheid. In Transvaal was een dergelijk vergelijk mislukt en moest men wachten op de eerste verkiezingen, met de nieuwe liberale regering in Londen afgesproken, die zelfbestuur zou geven. De verkiezing van februari 1 9 0 7 bracht Het Volk-partij van Botha en Smuts aan de macht. De Onderwijswet van Smuts (juli 1907) maakte de CNO-scholen tot gesubsidieerde staatsscholen, in de lagere klassen geheel Nederlandstalig, in de hogere Engels- en Nederlandstalig. Er mocht onderwijs gegeven worden in algemeen-christelijke geest (wat volgens Smuts' biograaf Hancock neerkwam op 'prayers every morning and two and a half hours of Bible-reading every week' 4 ). Wel bijbellezing, maar beslist geen confessioneel onderwijs: 'geen predikant, dominee of rabbi of priester zal op de school toegelaten worden', zou Smuts gezegd hebben. 41 Het andere kritiekpunt was de ongelijke positie van het Hollands en het Engels. 42 Smuts' wet voerde geen dubbelmedium scholen in: de overheidsscholen bleven enkel-Engelsmedium scholen. Over het geschiedenisonderwijs werd niets bepaald, maar 'it was clear that the imperialist interpretation of history would continue to be taught'. 43 Dit alles was niet, wat principiƫle voorstanders van CNO verwachtten. Zij meenden dat het ideaal van vrij christelijk-nationaal onderwijs was opgeofferd aan het conciliatiebeleid van Botha en Smuts. Een nota van Botha uit 1 9 0 8 erkende dat feitelijk: 'Hollanders, Krugerites and a large section of the predikanten were engaged in a desperate intrigue against his policy of closer union and conciliation'. 44 Een echo van de sterke teleurstelling over de nieuwe regering, ge-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 455 Pagina's

De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 1]) - pagina 131

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 455 Pagina's