GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 2]) - pagina 48

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 2]) - pagina 48

[Deel 2]

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

KRITISCHE

DIALOOG

Dat laatst aangeduide bevolkingsdeel, aldus de notitie, is een zeer heterogeen samengestelde groep. Maar: 'Voorop moet staan dat personen uit deze groep onder gelijke voorwaarden als personen uit de andere groepen (...) bij alle activiteiten van het cultureel verdrag betrokken moeten kunnen worden'. Vervolgens stelt de notitie dat gezien 'het feit dat er in deze groep (nog) geen groot aantal academisch gevormden is, zou hier ook gedacht kunnen worden aan het beschikbaar stellen van studiemogelijkheden op niet-academisch niveau'. Een bijlage gaf een lijst van instellingen die dergelijk onderwijs op middelbaar en hoger vlak verzorgen, uiteenlopend van de tropische landbouw te Deventer via de automobieltechniek in Driebergen tot de Academie van Beeldende Kunsten te Rotterdam. De notitie werd goedgekeurd door de ministers van Onderwijs, CRM en Buitenlandse Zaken en werd aangewezen als de basis voor het optreden van de delegatie uit de commissie die van 30 maart tot 15 april 1967 Zuid-Afrika bezocht. 154 Bij monde van minister Klompé werd die delegatie op het hart gedrukt, dat zij geen 'officiële Nederlandse culturele missie' was, maar slechts 'als vertegenwoordigend de Commissie, welke commissie een adviesorgaan van de regering is, doch deze in geen enkel opzicht representeert'. Er gingen dan ook geen ambtelijke leden mee, en in Zuid-Afrika nam alleen de cultureel attaché deel aan de bijeenkomsten, niet de ambassadeur. 155 Het is duidelijk, dat Klompé de culturele betrekkingen met Zuid-Afrika wilde handhaven, maar wel op een laag pitje, als signaal richting Zuid-Afrika en om Nederlandse kritiek te voorkomen. Het verslag van de reis van de delegatie - dat een sterk persoonlijk karakter bezit - laat zien, hoezeer De Gaay Fortman trachtte de uitvoering van het Verdrag in een politiek kader te stellen. 156 Zijn ZuidAfrikaanse counterpart, dr. J.J. Op 't Hof, secretaris van het Departement van Onderwys, Kuns en Wetenskap en tevens voorzitter van de Zuid-Afrikaanse Commissie voor het Cultureel Verdrag, had de betekenis van de notitie immers direct gezien. Hij 'drong [al in de eerste ontmoeting] er op aan in de uitvoering van het cultureel verdrag geen politiek te brengen; cultuur en politiek verdroegen elkaar slecht'. Ook reageerde Op 't Hof afwijzend op het pleidooi van De Gaay Fortman, door voor de bespreking ervan niet 'voldoende tijd uit te trekken, [met het argument] omdat het van belang was de practijk van de uitvoering van het verdrag grondig te bespreken'. Het leek hem nuttiger, infor-

493

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 376 Pagina's

De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 2]) - pagina 48

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 376 Pagina's