GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 1]) - pagina 325

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 1]) - pagina 325

[Deel 1]

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

BROEDERTWIST

land!) tijd was voor het herstel van de eenheid onder de studenten. Van haar kant was ANS zelfs bereid een nieuwe algemene Afrikaanse Studenten Vereniging op te richten. Dat voorstel werd door het bestuur van het ASV zonder meer afgewezen: het was op geen manier bereid tot medewerking met een nationaal-socialistische organisatie, zoals ANS sinds 1941 is en haar statuten en haar leiderschapscultus bewijzen, ASV is van oordeel, dat een studentenvereniging nomocratisch geleid moet worden, 'dit wil sê die klem moet niet gele word op die leier en die Hoofraad nie, maar op die ordinansies van God soos geopenbaar in Sy Woord'. 114

VERKENNINGEN

Op 21 december 1945 vergaderde in Amsterdam een vijftiental vertegenwoordigers van diverse organisaties die werkzaam waren op het terrein van de Nederlands-Zuidafrikaanse betrekkingen." 5 Voorzitter was jhr. mr. F. Beelaerts van Blokland, in zijn functie als voorzitter van de Commissie van Advies inzake de culturele betrekkingen tussen Nederland en Zuid-Afrika. De 'opeenvolgende berichten en mededeelingen, die uit Zuid-Afrika tot ons komen', aldus het openingswoord van Beelaerts, zijn voor de N Z A V aanleiding geweest tot het bijeenroepen van deze 'ronde-tafel-conferentie' en 'te beraadslagen wat er gedaan kan worden om de cultureele betrekkingen met Zuid-Afrika te hervatten en in goede banen te leiden tot heil van beide landen'." 6 Als eerste kreeg prof. jhr. dr. P. J. van Winter het woord, lid van het hoofdbestuur van de N Z A V en redacteur van het maandblad ZuidAfrika. Van Winter meldde dat hij op 30 april 1945 (zijn woonplaats Groningen was toen zo'n twee weken bevrijd) de Nederlandse ambassadeur in Pretoria had verzocht om inlichtingen over de situatie in Zuid-Afrika. Als antwoord ontving hij een memorandum, op verzoek van ambassadeur dr. P.C. Visser opgesteld door de Pretoriase hoogleraren D. Pont, S.P. Engelbrecht, B. Gemser en M.C. Botha (leden van het Komitee Nederland-Zuid-Afrika, dat al voor 1940 had gewaarschuwd tegen rechts-nationalistische opvattingen"7) Er blijkt allereerst uit, dat de houding van vele Afrikaners gedurende den oorlog uiterst teleurstellend geweest is. Velen waren openlijk pro-Duitsch

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 455 Pagina's

De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 1]) - pagina 325

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 455 Pagina's