GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 2]) - pagina 184

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 2]) - pagina 184

[Deel 2]

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

NAAR HET ANDERE

AFRIKA

vooraanstaand kerkelijk leider uit Zambia, ds. J. G. Phiri, in 1970 enige maanden aan de vu. 2 0 6 Het een noch het ander leidde tot concrete vormen van samenwerking. De v u kwam Zambia pas vele jaren later in. De opdracht van de universiteitsraad van 1973, contact op te nemen met zwart Zuid-Afrika, was niet eenvoudig. De v u zou de relatie met het Christelijke Instituut kunnen versterken en steun gaan verlenen aan zwarte studenten in ballingschap. Dat is gebeurd. Er werden een en ander maal steunacties voor het ci georganiseerd aan de v u , en de adviezen van Beyers Naudé hadden er immer groot gezag. 207 Er werd voorts samenwerking gezocht en gevonden met zwarte predikanten en kerken, met name met de Broederkring. Dat alles had duidelijk betekenis, het verschafte bijvoorbeeld vele tientallen zwarte studenten een studietijd in Amsterdam. Maar onder echte academische ontwikkelingshulp werd aan de v u tegen die tijd meer verstaan. De naam van de Universiteit van Botswana, Lesotho en Swaziland - een combinatie van de University Colleges van de drie voormalige Britse protectoraten - viel voor het eerst in het voorstel dat J. P. Feddema eind 1972 indiende inzake de verhouding met de Universiteit van Potchefstroom. 208 De U B L S ZOU wel een goede counterpart kunnen vormen voor de v u , aldus Feddema, die de u B LS had leren kennen tijdens zijn veldwerk in Zuid-Afrika. Voordeel ervan was dat zij, hoewel gesitueerd onder de schaduwen van Zuid-Afrika, toch vrij was van de apartheidswetgeving en daarom een belangrijke rol zou kunnen vervullen in zuidelijk Afrika. De U B L S wilde die samenwerking. Gedateerd 7 augustus 1973 deed vice-chancellor prof. dr. N.O.H. Setidisho een verzoek voor personele en materiële steun. 209 De universiteitsraad wilde contact met de U B L S prioriteit geven in het vu-beleid ten opzichte van Zuid-Afrika (26 februari 1974). In augustus 1974 bezocht het hoofd van het Bureau Buitenland, drs. R.C.E. Kapteyn, samen met een vertegenwoordiger van Nuffic zuidelijk Afrika. Zij adviseerden positief. De wenselijkheid tot samenwerking was gebaseerd op de functie van de u b l s , die vloeide 'uit de geografisch geïsoleerde positie t.o.v. de problematiek in Zuidelijk Afrika en haar doelstelling om de universiteit dienstbaar te maken aan de sociaal-ekonomische ontwikkeling in de drie landen'. 210 Kapteyns bezoek aan Gaberone had hem ook duidelijk gemaakt, dat Setidisho alleen niet wilde, dat zijn in-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 376 Pagina's

De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 2]) - pagina 184

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 376 Pagina's