De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 2]) - pagina 45

KRITISCHE

DIALOOG

'hoogleraren, journalisten, kunstenaars, vertegenwoordigers van ondernemersorganisaties en vakverenigingen, kerken, etc.' In aansluiting daarop, vervolgde De Gaay Fortman, kan men 'misschien ook denken aan een meer omvattende uitvoering van het cultureel accoord met Zuid-AfrikaV 41

490

Die opmerking over het Cultureel Accoord was vast niet toevallig. Mr. dr. J. Donner had aangekondigd, het voorzitterschap van de Commissie van Advies en Coördinatie ten behoeve van de uitvoering van het Cultureel Accoord te willen neerleggen, en De Gaay Fortman was zijn beoogde opvolger. 142 Hij werd als zodanig geïnstalleerd op 29 juni 1965. Eén van De Gaay Fortmans eerste activiteiten in die functie was, een paar dagen later, de goedkeuring van de antwoorden opgesteld door de ambtelijke secretaris van de Commissie op Kamervragen over het Cultureel Verdrag. Verleende Nederland via dat Cultureel Verdrag eigenlijk geen medewerking aan de apartheidspolitiek? 143 Een cultureel verdrag is niet bedoeld om politieke pressie uit te oefenen op de regering van de wederpartij, luidde het eerste punt van het antwoord dat De Gaay Fortman voorgelegd werd. Elk verdrag betekent in zekere mate een globale ondersteuning van het gezag van de regering, waarmede het wordt gesloten, stelde het antwoord ook. Maar gelet op de algemeen bekende opinie van de Nederlandse regering over de apartheidspolitiek, kan niet 'worden gesteld dat de Nederlandse regering door de uitvoering van het cultureel verdrag medewerking verleent aan het apartheidsbeleid van de Zuidafrikaanse regering'. Een klein half jaar later liet de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, M. van der Stoel, weten het Cultureel Verdrag wel degelijk als een politiek middel te beschouwen: In het algemeen acht de Regering het een nastrevenswaardig doel om het geestelijk isolement waarin Zuid-Afrika steeds meer dreigt te verkeren, door middel van het Culturele Verdrag te helpen doorbreken.

Natuurlijk, er waren grenzen aan de samenwerking. 'De grenslijn ligt echter daar waar wij bij de uitvoering van het Verdrag in feite gedwongen zouden worden tot impliciete aanvaarding van het Apartheidsbeleid'. 144 En vanzelfsprekend, er zal gestreefd worden naar 'een zo groot mogelijke verscheidenheid van kontakten'. 145

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen