GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 81

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 81

Driekwart eeuw kinderstudies in het Peadologisch Instituut te Amsterdam (1931-2006)

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

het paedologisch instituut op eigen benen

de exploitatie

80

Instellingen van de vereniging ’s Heeren Loo zonden vanaf 1941 geen kinderen meer ter observatie. Dat jaar was aanvankelijk het aantal opgenomen kinderen dan ook beperkt, al kon Waterink in januari 1942 verheugd mededelen dat in het voorgaande jaar de bezettingsgraad was gestegen van 16 in januari tot 33 in december 1941. 2 Om bekendheid te geven aan de nieuwe opzet van het instituut verscheen een mooi informatieboekje, geïllustreerd met foto’s van een schoollokaal, een hoekje in het laboratorium, een eenpersoonsslaapkamertje, speelzaal voor meisjes en natuurlijk een vooraanzicht van het monumentale pand. Particuliere patiënten konden in klasse i of ii worden opgenomen. De verpleegprijzen van klasse i waren fl. 4,50 per dag of fl. 1600 per jaar; tweedeklas pupillen moesten fl. 3,50 per dag of fl. 1200 per jaar opbrengen. Schoolgeld was bij de prijs inbegrepen. Röntgenfoto’s, geneesmiddelen en andere extra kosten werden apart in rekening gebracht, tenzij ouders fl. 0,50 per dag of fl. 200 per jaar extra betaalden. Net als voor de oorlog kregen kinderen van klasse i een eigen kamer, terwijl die van klasse ii zich tevreden moesten stellen met een kamer voor meerdere kinderen, soms zelfs meer dan twintig. Eersteklas kinderen verbleven op kamers in een aparte gang. Van het oorspronkelijke plan van Waterink om de bezettingsgraad te beperken tot 24 kinderen, alleen particuliere patiënten die de volle prijs betaalden op te nemen en het instituut en laboratorium te integreren, kwam niet veel terecht. Nog tijdens de oorlogsjaren steeg het aantal kinderen tot veertig, zakte de verpleegprijs met enkele honderden guldens en kwamen toch ook kinderen via justitie en hulpverlenende instanties binnen tegen een sterk gereduceerd tarief. Bovendien fungeerde het instituut als onderduikadres voor zowel volwassenen als kinderen, waaronder ook joden. De schulden liepen op, zo zelfs dat Waterink uit eigen middelen in 1945 fl. 10.000 in de kas stortte om oude schulden af te betalen.3 Na de oorlog breidde het werk zich gestaag uit. Dat was allereerst te danken aan de Vrije Universiteit, die in 1948 de belendende percelen Vossiusstraat 54 en 55 aankocht ten behoeve van een laboratorium. Het laboratorium was sinds 1947 een afzonderlijke instelling onder de naam Laboratorium voor Toegepaste Psychologie (ltp) dat voor zijn dienstverlening commerciële prijzen in rekening bracht. Het per-

Een buitengewone plek; Perfect Service; pag 80 2e proef

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 2006

Historische Reeks | 247 Pagina's

Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 81

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 2006

Historische Reeks | 247 Pagina's