GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 108

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 108

Driekwart eeuw kinderstudies in het Peadologisch Instituut te Amsterdam (1931-2006)

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

het paedologisch instituut op eigen benen

het gevoel er voor spek en bonen bij te zitten met alle nadelige gevolgen van dien. In de plaats waar hij woont, noch in de directe omgeving is een school te vinden waar hij het onderwijs kan krijgen dat hij nodig heeft. Aldus wordt Koos vooral op grond van zijn leermoeilijkheden in ons instituut geplaatst. Dat er ook karakterologisch sprake is geweest van een niet direct harmonische uitgroei, zodat ons werkterrein breder is dan alleen het terrein van het onderwijs, behoeft wel geen betoog. Toch ligt in dit geval het accent duidelijk op de schoolopleiding. Koos maakt vorderingen nu hij het onderwijs ontvangt aangepast aan zijn handicap. Nadat op deze manier op de meest essentiële punten hulp geboden is, zouden wij Koos graag terug willen laten gaan naar zijn huis en naar zijn dorp waaraan hij bijzonder gehecht is. We hebben ons echter genoodzaakt gezien in dit geval met de thuisplaatsing nog te wachten tot de plannen tot oprichting van een lom-school die er in zijn omgeving lagen, hun beslag hadden gekregen. Anders zou de tijd in het instituut doorgebracht, waarschijnlijk tevergeefs zijn geweest; een adequaat schoolmilieu moest doorslaggevend zijn.’ 29 Eind 1961 ging het hoofd Eisses met pensioen. Hij werd opgevolgd door L. Knol. Meer dan de helft van de leerkrachten was vrouw. De mutatie onder hen was hoog, aangezien men van onderwijzeressen die in het huwelijksbootje stapten, verwachtte dat ze ontslag namen. Een constante factor vormden echter de onderwijzeres Van der Veen en de heren Knol, J. M. Brants, A. Grimme en J. M. Kramer.

jan de wit als opvolger van waterink De psycholoog Jan de Wit, vanaf 1957 waarnemend directeur, werd in 1959 als opvolger van directeur Waterink aangewezen. In januari 1961 trad hij als zodanig aan. De Wit had na zijn afstuderen aan de vu bij een stichting voor Geestelijke Gezondheid gewerkt, waar hij ook kinderen behandelde. Hij verwees hen regelmatig naar het pi, waar hij zelf ooit als assistent had gewerkt. Toen hij hoorde van het vertrek van psychiater Wetter als waarnemend directeur, solliciteerde hij met succes naar die betrekking. 30 Waterink liet veel aan hem over. Het verslag over de jaren 1958 tot 1960 was van de hand van De Wit. Hij sloot grotendeels aan bij de opvattingen van Waterink inzake mogelijke misinterpretaties van het leefmilieu van kinderen. Alleen sprak hij niet over

Een buitengewone plek; Perfect Service; pag 107 2e proef

107

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 2006

Historische Reeks | 247 Pagina's

Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 108

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 2006

Historische Reeks | 247 Pagina's