GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 177

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 177

Driekwart eeuw kinderstudies in het Peadologisch Instituut te Amsterdam (1931-2006)

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

een kwestie van afwegen

176

instelling zou het een nieuwe fase ingaan. Het ministerie waaronder volksgezondheid viel keek voortaan over de schouders mee door de exploitatie in de gaten te houden en zijn inspecteurs de kwaliteit van de zorg te laten controleren. De erkenning door de awbz betekende tevens een toenemende overheidsbemoeienis met de huisvesting. Het gebouw aan de Vossiusstraat voldeed niet aan de eisen die het toenmalig Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport stelde. Deze voerde de druk bij het pi-bestuur op om vervangende huisvesting te zoeken. Het nieuwe onderkomen moest niet alleen voldoende ruimtes hebben voor leefgroepen, slaapvertrekken, behandel‑ en speelkamers, maar ook onderdak bieden aan medewerkers die betrokken waren bij onderzoek en opleiding. Bovendien moest de school er ondergebracht zijn. De realisatie van de nieuwe huisvesting betekende een forse uitdaging voor het pibestuur dat bovendien te maken kreeg met verschillende ministeries. Naast dat van Volksgezondheid, Welzijn en Sport was dat het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen voor wat betreft de school, de opleiding van studenten en het onderzoek. Daarnaast had het bestuur rekening te houden met de vu, die immers een belangrijke geldschieter was en op allerlei andere manieren bij het pi betrokken was geweest. In hoeverre mocht en kon de vu het beleid inzake de huisvesting bepalen? Dat was temeer een dringende vraag omdat de universiteit het liefst het instituut op het nieuwe vu-terrein aan de De Boelelaan onderbracht, waar in 1973 het hoofdgebouw was geopend en sinds 1966 het ziekenhuis en bijbehorende polikliniek was gevestigd. 12 Het pi-bestuur was daar echter niet voor: een kliniek voor kinderen behoorde niet tussen kantoor‑ en universiteitsgebouwen, maar in een woonwijk thuis. Dit maakte het temeer noodzakelijk om de relatie tussen het pi en de vu formeel vast te leggen. Dit streven resulteerde in een in 1989 door beide partijen ondertekende overeenkomst. Deze zou voor vijf jaar gelden en met wederzijds goedvinden om de vijf jaar worden verlengd. De Vrije Universiteit stelde zich echter loyaal op, ondanks dat het pi zich vaak in gebreke voelde staan waar het om onderzoek, opleiding en besteding van de gelden ging. Dat geldt met name voor de jaren tot 1989 toen de vu beperkt toezicht uitoefende op de besteding van de gelden. Volgens Schut was er bij vu-bestuurders wel een grote mate van tevredenheid. Op de weinige momenten dat het pi ter sprake

Een buitengewone plek; Perfect Service; pag 176 2e proef

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 2006

Historische Reeks | 247 Pagina's

Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 177

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 2006

Historische Reeks | 247 Pagina's