GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 162

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 162

Driekwart eeuw kinderstudies in het Peadologisch Instituut te Amsterdam (1931-2006)

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

herinneringen aan de tijd op het paedologisch instituut

Ik heb destijds eens uitgezocht wat de norm was voor internaten, en daaruit bleek dat de pi-pupillen slechts een vijfde van de norm kregen. Ook het feit dat ze “opgesloten” zaten vond ik overdreven. Er zal best wel eens een pupil ontsnapt zijn, maar toch niet veel, want het gebouw aan de Vossiusstraat was bijna hermetisch afgesloten. Er zat altijd een portier en door de ramen klimmen was ook niet eenvoudig. Hoewel het officieel natuurlijk geen gesloten inrichting was, had het daar wel trekken van. Meer openheid en gerichtheid op de buitenwereld had volgens mij de toch wel “depressieve sfeer” best wat kunnen verminderen. Bovendien zouden de pupillen daardoor wat meer gestimuleerd kunnen worden om zelf “iets van hun leven te maken”, om “ervoor te gaan”, in plaats van passief te doen wat van hen verwacht werd.’ Dat gesloten karakter zorgde voor diverse pupillen echter ook voor uitdaging. Er tussenuit knijpen en stiekem met de jongensslaapzaal communiceren. Alle drie geïnterviewde oud-pupillen bewaren goede herinneringen aan de sfeer. Voor Jacqueline die in de dependance op de Vondelstraat woonde had het oude pand juist iets gezelligs: ‘Overigens kwam ik graag in de Vossiusstraat, waar ik graag stond te kletsen met de meiden van de administratie, die op een soort niveau tussen de eerste en de tweede verdieping hun kantoor hadden. Het was daar altijd heel gezellig. Vlakbij de Vondelstraat was een aantal kantoren gevestigd en we gingen dan geld verdienen door auto’s van kantooremployees te wassen. Dat bracht best veel op en toen ik weer eens thuis was schrok mijn moeder hevig omdat ik honderd gulden op zak bleek te hebben. Gelukkig kon ik haar geruststellen en uitleggen dat ik dat geld eerlijk en fatsoenlijk verdiend had, maar hierna mochten we geen auto’s meer wassen voor geld.’ Astrid vertelde: ‘Gedurende de drie en een half jaar dat ik op het pi zat heb ik er een fijne tijd gehad. Er waren altijd andere kinderen om me heen, waarmee ik altijd kon (en mocht) spelen. De leiding hield ons bezig, we maakten uitstapjes – bijvoorbeeld naar de dierentuin – we mochten naar de stad, we gingen hutten bouwen in de tuin, of we speelden in het Vondelpark (vanaf acht jaar), waar we gingen rolschaatsen, of ijsschaatsen als de grote vijver dichtgevroren was. Echt een heel grote vooruitgang in mijn situatie! Ik had dan ook totaal geen heimwee, althans niet naar het gezin. Natuurlijk had ik ook wel eens huilbuien uit heimwee, want dat hoorde erbij, iedereen had dat. Maar diep ging dat niet.’

Een buitengewone plek; Perfect Service; pag 161 2e proef

161

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 2006

Historische Reeks | 247 Pagina's

Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 162

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 2006

Historische Reeks | 247 Pagina's