Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 201
Driekwart eeuw kinderstudies in het Peadologisch Instituut te Amsterdam (1931-2006)
centrum voor pedagogisch-didactische onderzoekingen
200
teel onderzoeker was hij zeker niet. Maar hij waardeerde zulk onderzoek wel. Dat bleek wel toen hij mij voordroeg voor een deeltijdhoogleraarschap aan de vu, iets wat hem, naar mij veel later bleek, nog hoofdbrekens heeft gekost omdat er wel meer docenten waren die een van hun medewerkers wilden verheffen tot dit ambt. Hoe waren de betrekkingen met andere geledingen van het pi? Aanvankelijk waren die er nauwelijks. De collega’s hoorden van en over het Centrum, zullen wel eens wat gedacht en gezegd hebben, maar daar bleef het bij. De omgang met elkaar was overigens vriendelijk, waarschijnlijk voortkomend uit wederzijds respect. Het veranderde allemaal toen het Centrum aan experimenteel behandelingsonderzoek ging doen. Heel mooi was het toen de inspectie voor Geestelijke Volksgezondheid toestemming gaf tot experimentele behandeling van dyslexie binnen het pi. De Wit en Hans Heiner hebben daar de hand in gehad. Per jaar mocht een x aantal zogenaamde q’s besteed worden aan de door het Centrum ontwikkelde neuropsychologische behandeling. De drijvende kracht achter deze ontwikkeling was dr. Jan Kappers. Het grenst aan het onmogelijke wat deze man allemaal tot stand wist te brengen. Zijn opdracht was de klinische praktijk maar hij schuwde klinisch onderzoek bepaald niet en dat onderzoek was doorgaans van hoge kwaliteit. Hij enthousiasmeerde zijn medewerkers, liet ze secuur werken, nam ze mee naar conferenties en liet ze daar presenteren. Hij verleende een van zijn medewerkers, Sietsia Glaudé, faciliteiten om haar omvangrijke dyslexieonderzoek af te ronden met een dissertatie. 12 Kappers heeft die afronding niet meer mee kunnen maken: het was een klap toen hij op middelbare leeftijd stierf. De ‘poli dyslexie’ aan het pi werd weldra een feit en dat was niet het enige, er kwam ook een ‘poli neuropsychiatrie en neuropsychologie’. Dat die laatste poli zo moest heten en niet gewoon ‘poli neuropsychologie’ heeft waarschijnlijk te maken met een lang lopende trend: de medicalisering van het pi. Dat moest, werd er gezegd, om de awbz status van het pi veilig te stellen. De benoeming van nogal wat kinderpsychiaters was een ander gevolg. Er gebeurde trouwens wel meer in en om het pi op het gebied van onderzoek (zie hoofdstuk 9). In belangrijke mate was de voortgang van al dit onderzoek financieel afhankelijk van dezelfde ruif met geld, toebedeeld door de vu en aangevuld met dat uit externe onderzoekscontracten. De tijd van rechtstreekse financiering door het Ministerie
Een buitengewone plek; Perfect Service; pag 200 2e proef
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 2006
Historische Reeks | 247 Pagina's
![Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 201](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/historische-reeks/een-buitengewone-plek-voor-bijzondere-kinderen/2006/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 2006
Historische Reeks | 247 Pagina's