Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 42

testen, meten en wegen

land gebruikte tests. Tegelijk gaf hij de bureaus de boodschap mee dat proefleiders en assistenten niet op ondeugdelijke gronden conclusies mochten trekken, voorspellingen mochten doen en onbewerkte, uit het buitenland vertaalde tests mochten gebruiken. Het gulden boek, waarin de invloed van Kouwers Test in de psychologische practijk duidelijk aanwezig is, begint met het aan de orde stellen van de principes van het testen van kinderen. Alvorens met testen te beginnen, dient men het kind eerst op zijn gemak te stellen: ‘Het gehele onderzoek moet voor hem een spel zijn. Bij sommige kinderen kan men gewoon met de anamnese beginnen en daarna de test afwerken. Bij anderen is het nodig om b.v. met een bromtol of balspelletje te beginnen en dan langzamerhand, tussen de spelletjes door, de anamnese en de denkvragen in te vlechten.’ Bij het onderzoek naar jonge kinderen dient men geduld, intuïtie en tegemoetkomendheid in acht te nemen, ‘maar ’t verwende of hysterische kind mag men gerust even bars toespreken, om door de weerstand “huilbuien” of stampvoetend verzet heen te breken. Na een forse toespraak zijn ze dan vaak verder de hele middag kalm. Ieder kind moet op zijn eigen wijze worden aangepakt, een schema is hier van generlei nut.’23 Na deze opmerkingen, waar Waterinks aanpak doorheen schemert, wordt stap voor stap de gang van zaken tijdens het testen behandeld, zoals het opgeven van de naam en het aanwijzen van lichaamsdelen. Het noemen van de familie‑ en/of voornaam en het aanwijzen van de neus, de mond, de ogen, het haar en de oren worden ook gewaardeerd met +, – en ±. Bij geremde kinderen ‘(...) moet men wat aanhouden en stimuleren, b.v. “Heb jij geen neus?” “waar is die dan?” ’ Na deze introductie worden achtereenvolgens de op het pi en het ltp gebruikte tests behandeld aan de hand van: leeftijd, opdracht, protocol en waardering. De index van het eerste deel bevat maar liefst 108 opdrachten en testjes, van ‘Aanvullen van een test’ tot ‘Zinnen van twintig lettergrepen nazeggen’. Het arsenaal is uitgebreid en test vooral op cognitief niveau (kleuren benoemen, geheugen, woordenschat, rekenen, lezen, enz.). Maar er zijn ook enkele projectieve en zelfbeeldtests, zoals de boomtest en de Children’s Apperception Test (cat). In de boomtest moet het kind een boom tekenen. Daarmee beoogde men de psychische en lichamelijke aspecten van de proefpersoon ten opzichte van zichzelf helder te krijgen en te analyseren. De cat is een test met dierenplaatjes. Deze ligt dus dicht bij de belangstelling van het kind. Dit moet bij de plaatjes

Een buitengewone plek; Perfect Service; pag 41 2e proef

41

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen