GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Peter Bak__Historische Reeks Deel 14 - pagina 41

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Peter Bak__Historische Reeks Deel 14 - pagina 41

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

niet-westerse sociologie krijgt vorm

40

academisch statuut moest worden gewijzigd, diende nog wel enig geduld te worden geoefend. Dit zou een schone zaak blijken want het nieuwe statuut zou pas in september 1963 van kracht worden.62 Ondertussen werd gestadig gewerkt aan de voorbereiding van een niet-westerse sociologische studierichting. Hiertoe was een commissie gevormd onder leiding van Onvlee die begin november 1961 rapport uitbracht. Daarin werd de leiding van de nieuwe studierichting toebedacht aan Pim Schoorl, een promovendus van de Leidse cultureel-antropoloog en socioloog G. W. Locher. Schoorl was in 1946 in Leiden indologie gaan studeren, met het doctoraal-keuzevak culturele antropologie op hoofdvakniveau. In mei 1951 slaagde Schoorl voor zijn doctoraalexamen, een klein jaar later werd hij bestuursambtenaar in Nieuw-Guinea. In opdracht van gouverneur Van Baal ging Schoorl antropologisch onderzoek doen in het Vogelkopgebied waar Papoea’s, werkend voor de Nederlandse Nieuw Guinea Petroleum Maatschappij, nederzettingen hadden gesticht. Het onderzoek moest uitwijzen of de nederzettingen konden worden vermeerderd dan wel uitgebreid ten einde het arbeidersreservoir van de petroleummaatschappij te vergroten en de inlandse bevolking met de westerse beschaving in aanraking te brengen. Hiertoe had Van Baal zijn oog laten vallen op de Moejoe die in het zuiden van Nieuw-Guinea leefden. Schoorls onderzoek wees evenwel uit dat deze bevolkingsgroep weinig voor transmigratie voelde: de afstand naar het Vogelkopgebied was te groot, de reis te duur.63 Schoorl ging daarom, begin 1955, de ontwikkelingsmogelijkheden in het Moejoegebied zelf onderzoeken. Zeven maanden veldwerk resulteerde eerst in een rapport, vervolgens in een proefschrift, Cultuur en cultuurverandering in het Moejoegebied. Na zijn promotie, in 1957, keerde Schoorl terug naar Nieuw-Guinea en ging hij meewerken aan de voorbereiding van de expeditie naar het Sterrengebergte, de laatste witte vlek op de Nieuw-Guinese landkaart. Ziekte in zijn gezin verhinderde echter dat Schoorl de expeditie kon meemaken. Eind 1959 werd hij in Hollandia werkzaam op het hoofdkantoor van de dienst Binnenlandse Zaken. Toen de commissie-Onvlee hem twee jaar later voor de op te richten studierichting niet-westerse sociologie in het vizier kreeg, stond Schoorl op de nominatie om hoofd te worden van het kantoor Bevolkingszaken. De commissie talmde niet en stelde voor Schoorl zo snel mogelijk tot hoogleraar te benoemen.64

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Historische Reeks | 401 Pagina's

Peter Bak__Historische Reeks Deel 14 - pagina 41

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Historische Reeks | 401 Pagina's