Peter Bak__Historische Reeks Deel 14 - pagina 21
in de maalstroom
20
bracht. Lang was gediscussieerd over de vraag of de politieke en sociale wetenschappen in een afzonderlijke faculteit moesten worden ondergebracht. Was dit niet eens te meer verlies van de ‘eenheid der wetenschappen’? Had de vooroorlogse vakspecialisatie het academische blikveld niet dusdanig vernauwd dat veel wetenschappers met de rug naar de samenleving hadden gestaan, de gevaren van fascisme en nationaal-socialisme negerend? Hieraan had de minister bij de installatie van de staatscommissie, in april 1946, uitdrukkelijk gerefereerd, sprekend van ‘de onverantwoorde onwetendheid bij vele studenten omtrent de maatschappelijke krachten die onze tijd beheersen.’17 Fascisme en nationaal-socialisme waren weliswaar overwonnen, maar in de gedaante van het communisme was het gevaar van het totalitarisme onverminderd groot. Luttele weken voor de installatie van de staatscommissie had de Britse oorlogspremier Winston Churchill van een ‘IJzeren Gordijn’ gesproken, reikend van Stettin aan de Oostzee tot Triëst aan de Adriatische Zee. Europa was in tweeën gesneden: totalitaire tirannie aan gene zijde, democratische vrijheid aan deze zijde. Inmiddels had de Gemeente Universiteit de politieke en sociale wetenschappen naar Anglo-Amerikaans voorbeeld in een aparte, ‘zevende’ faculteit ondergebracht, krachtens een betrekkelijk eenvoudige wijziging van de gemeentelijke verordening. In Groningen huisde sociologie echter in een interfaculteit van rechten en economie, in Leiden in de juridische faculteit. Aan de Vrije Universiteit kwam de leerstoel sociologie in 1949, hetzelfde jaar dat de staatscommissie rapport uitbracht, in de economische faculteit te staan. Geconfronteerd met deze uiteenlopende ontwikkelingen besloot de staatscommissie de vraag of de politiek‑ en sociaal-wetenschappelijke leerstoelen in een afzonderlijke faculteit moesten worden ondergebracht uiteindelijk maar open te houden. De keuze werd aan de universiteiten gelaten. Over de inhoudelijke invulling van het nieuwe academische domein kwam de commissie evenmin tot een eensluidend oordeel. In de Amsterdamse faculteit stonden de politieke wetenschappen centraal, terwijl binnen de commissie een meerderheid tendeerde naar een zo nauw mogelijke band met de sociale wetenschappen. Een minderheid benadrukte de samenhang van de politieke wetenschappen met rechten en economie. Kortom: veel was onduidelijk, met als gevolg dat hoogleraren al pionierend hun weg moesten zien te vinden.18
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013
Historische Reeks | 401 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013
Historische Reeks | 401 Pagina's