GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Peter Bak__Historische Reeks Deel 14 - pagina 240

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Peter Bak__Historische Reeks Deel 14 - pagina 240

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

verkiezingsonderzoek en vrouwenstudies

getroffen. Vooral de kamerverkiezingen van mei 1994 verliepen desastreus. De christen-democraten, die vanaf 1918 vrijwel onafgebroken aan het kabinetsroer hadden gestaan, duikelden van 54 naar 34 zetels. Ook de PvdA verloor fors, 12 van de 49 zetels. D66 was de grote winnaar, van 12 naar 24 zetels springend, en zou drie maanden later met PvdA en vvd het eerste ‘paarse’ kabinet vormen. Volgens de onderzoekers (Jan Kleinnijenhuis, Dirk Oegema, doctoraalstudent Herman Bos, politicoloog Paul Pennings en de UvA-communicatiewetenschappers Otto Scholten en Jan de Ridder) hadden de media de electorale fluctuaties in de hand gewerkt. Niet alleen de kiezers maar ook pers, radio en tv waren op drift geraakt. Aan de inhoud van verkiezingsprogramma’s werd nauwelijks meer aandacht besteed, te meer aan personen en incidenten. ‘Het cda had in principe een goed programma voor de verkiezingen,’ vond Kleinnijenhuis. ‘Probleem was alleen dat het de media niet meegerekend had.’ Die doken, nadat lijsttrekker Elco Brinkman te kennen had gegeven bevriezing van de aow-uitkeringen niet uit te sluiten, onbarmhartig op de christen-democraten. ‘Het cda kon gewoon niets meer goed doen,’ aldus het boek Democratie op drift waarin de onderzoeksbevindingen eind 1995 werden gepresenteerd.61 In het spectaculaire verlies van het cda en – in mindere mate – de PvdA zag politicoloog André Krouwel, als assistent-in-opleiding werkzaam, een bevestiging van de al vier decennia oude ‘catch-all’-these van de Duitse socioloog Otto Kirchheimer. Voortdurende economische groei en uitbreiding van de welvaartsstaat hadden in West-Europa een brede middenklasse doen ontstaan die voor politieke partijen een aantrekkelijke electorale doelgroep vormde. Ten einde deze groep aan zich te binden schudden partijen hun ideologische veren af; het vizier werd gericht op breed gedragen maatschappelijke issues en aansprekende volksvertegenwoordigers. Vooral de electorale afstraffing van het cda liet zich goed verklaren als het demasqué van een oligarchische machtspartij die was losgeraakt van haar ideologische wortels. Van een lineaire, uniforme ontwikkeling naar het catch-all-model was, zo benadrukte Krouwel die in 1999 cum laude bij Keman op zijn onderzoek promoveerde, evenwel geen sprake. Niet in Nederland, waar cda en PvdA het duidelijkst aan het model appelleerden, evenmin in West-Europa. Sinds eind jaren zeventig waren er namelijk ook partijen die juist weer meer nadruk op hun ideologische erfgoed legden.62

239

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Historische Reeks | 401 Pagina's

Peter Bak__Historische Reeks Deel 14 - pagina 240

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Historische Reeks | 401 Pagina's