GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Zevende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden Grondslag - pagina 19

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

XTII

De strijd is één over heel de wereld, en wel verre van te gelooven aan eene nieuwe, eene andere party vorming op staatkundig gebied, zien wij overal met meer beslistheid die twee richtingen zich afteekenen en tegen elkaar over stellen. Welke zal in het einde de zege wegdragen? Het geloof is het dat de wereld overwint, dit weten wij; maar wat de naaste toekomst van ons land en volk wezen zal weten wij niet. Zullen wij nog een weêrkeeren zien, zij het ook slechts het aanbreken daarvan, tot de oude beproefde paden? Is niet de vorming onzer Vereeniging, de zegen, de liefde waarin zij zich mag vei-heugen een verblijdend teeken, een hoop voor de toekomst? Al wat er in 1886 in ons goede land voorviel in Staat, in Kerk, in School, was wel berekend om ons de onmisbaarheid, de beteekenis onzer Vrye Universiteit te beter te doen inzien en waardeeren. Van 1887 reppen wij niet; maar de ,Grondwetsherziening" was ook in het vorige jaar reeds een punt van overweging in de Staten-Generaal, al liet ze ons volk koud, doch wat van die herziening verluidde, • deed toen reeds zien dat de anti-revolutionaire partij meer is dan eene schoolpartij, dat zij een eigen leven heeft in ons volk, dat zij hare beginselen moet stellen, en dit ook weet te doen, tegenover de beginselen van „ongeloof en revolutie." Zoo is ook onze Universiteit meer dan een Seminarium; zij is de school, waaruit in wetenscliappelijken vorm, naar den eisch des tijds te voorschijn treedt, wat er in ons volk leeft. Zoo kan het dan ook niet bevreemden, dat waar er sprake is van onze Universiteit en hare beteekenis voor rechtsgeleerdheid en letteren en wijsbegeerte — God geve weldra ook voor de geneeskunde! — niet wordt veronachtzaamd, toch de theologische faculteit hoofdzaak blijft. Onze hoogeschool zou geen Hollandsche, geen Gereformeerde stichting wezen, als het anders ware; werd niet de Leidsche Akademie in 1575 gesticht „vooral om aan de Kerk een kweekschool voor kundige en waardige leeraars te bezorgen!" Waarlijk, die ijver voor Gods huis bracht onzen voorvaderen geen schade of schande aan; en is al de Heilige Godgeleerdheid aan de Rijkshoogescholen, ook aan die van Leiden onttroond, wij schamen er ons niet voor haar de eereplaats toe te kennen, die zij in de harten van ons Gereformeerde Tolk nog heeft. Onze stichting zelve heeft er geen schade bij. Zij, die het conflict uitlokten om onze Universiteit te treffen, kennen toch ons volk in zijn aard en historie maar weinig. Zeker, wij zijn wat onaandoenlijk, soms te traag, veelal te zuinig, en billijk is de klacht, dat door onze eigen schuld het liberalisme in Staat en gemeente overheerschend werd, dat het de school overmeesII

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887

Jaarboeken | 147 Pagina's

Zevende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden Grondslag - pagina 19

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887

Jaarboeken | 147 Pagina's