GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Achtste Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden Grondslag - pagina 39

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

XXXVII

wetenschap. De heerschappij der wet, die de ongeloovige wetenschap verlangt erkend te zien, wordt door den Christen volkomen erkend. De vaste orde leert ons Gods Woord op iedere bladzijde. Maar wij erkennen deze wetten als Gods wil, en ten tweede, daar Gods souvereiniteit absoluut is, erkennen wij, dat Hij ook buiten dezelve werken kan, wat Hij wil. Zoo is ook in deze het meerdere -aan onze zijde. Wij trachten de wetten in de natuur, in het leven der volkeren, in de vorming en het gebruik der taal, in de verhouding tusschen ons stoffelijk en ons geestelijk, zijn op te sporen, zonder daarmee de zedelijke vrijheid, de kracht des gebeds, het recht en de macht Gods te beperken. De vaste grondslagen, die Gods Woord ons geeft, bevorderen voor ons de beoefening en vermeerdering der wetenschap, gevende — terwijl zij het onderzoek vrij laten — Mer en daar uitgangspunt en richting aan, opdat dat onderzoek vruchtbaar zij. Gods Woord geeft ons niet de resultaten van het wetenschappelijk onderzoek, doch leert ons wel, dat vele hypothesen der ongeloovige wetenschap niet waar kunnen zijn, die dan ook, bij meerder kennis altijd gebleken zijn geen stand te kunnen houden. Critiek is voor de wetenschap onmisbaar, en ook wij handhaven haar, krachtens onze beginselen. Maar een vaste grond is haar noodig,- en uit en van, zich zelve leidt zij altoos tot niets, tot nihilisme. De gereformeerde nu stelt dien grond in onze harten, dat Gods Woord waarachtig is. Dat Woord leggen wij daarom tot grondslag aan de critiek — en daarom vreezen wij geen critiek der wereld: zij kan ons den grond van ons weten en dus onze wetenschap niet ontnemen. Maar daarom, haar telkens getoetst aan Gods Woord, en dan oefenen wij met en door dat Woord critiek •op de wetenschap der ongeloovigen en zullen stand houden. Zoo vinden wij dan eindelijk door dat Woord ook het vertrouwen van de waarheid te zullen vinden, noodig voor een vruchtbare beoefening der wetenschap. Bedriegen wij ons niet, dan is Lessings gevoelen kenmerkend voor onzen tijd : altoos zoeken, zonder einddoel voor oogen ; nimmer den troost te genieten van aan het einde te zullen komen — dat schijnt verkieslijker dan de geopenbaarde waarheid te • bezitten. Het is in den grond twijfel aan de mogelijkheid van waarheid, het is het scepticisme en pessimisme. Maar wij weten, ook al woont in onze natuur dat zelfde ongeloof, dat wie Gods Woord gelooft niet wandelt in het duister; ook op het gebied der wetenschap is het hem een betrouwbaar licht, dat hij niet ontberen kan. Hij vertrouwt dat hij, hoe weinig hij hier kan verstaan, eenmaal de waarheid volmaakt zal kennen en God zal aanschouwen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1888

Jaarboeken | 189 Pagina's

Achtste Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden Grondslag - pagina 39

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1888

Jaarboeken | 189 Pagina's