GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Dertiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 37

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

XXXV

Waarom bekooren de Christenen voor de Rechtsgeleerdheid te studeeren aan on%e Hoogeschool, en welke -xAjn hunne vooruitzichten, zoo zij die verf lichting nakomen? De H H . Directeuren onzer Vereeniging hadden mij, zoo sprak de Heer Lohman, aanvankelijk uitgenoodigd de vraag te behandelen, welke de vooruitzichten zijn dergenen, die aan onze Hoogeschool voor de Rechtsgeleeerdheid hebben gestudeerd. Ik heb gemeend die vraag niet op duidelijke wijze te kunnen laeantwoorden, wanneer daarmee niet gepaard ging de uiteenzetting der redenen, die ons er toe leiden moeten, om onze zonen, voor zoover zij zich in de Rechtsgeleerdheid • wenschen te bekwamen, aan onze Universiteit te doen studeeren. Van vooruitzichten na de studie kan eerst sprake zijn, nadat men zich rekenschap gegeven heeft van de redenen waarom men zich aan de studie gewijd heeft. De vraag is blijkbaar alleen geformuleerd om te dienen voor het program eener vergadering. Men zal dus, bij hare beantwoording, meer op hare bedoeling dan op hare bewoordingen moeten letten. Het is toch duidelijk, dat de vraag niet uitgaat van de onderstelling, dat alle Christenen behooren te studeeren aan de V . U. te Amsterdam! doch enkel, dat in ons land de Christenen behooren te studeeren aan ee?ie Christelijke Universiteit. Om die vraag te beantwoorden, moet men letten op het doel der Universitaire studie in 't algemeen. De redenen toch, die ons bewegen om aan eene Universiteit te studeeren, zijn drieërlei: 1". de opvoeding van een jong man voor de maatschappij; 2°. de beoefening van de wetenschap; 3". de voorbereiding tot een beroep of ambt. Ik wensch de vraag betreffende de vooruitzichten met het oog op elk dezer doeleinden te beantwoorden. In veler ooren zal de bewering vreemd klinken^ dat men iemand naar de academie zendt ter opvoeding. Immers staan daar de jongelieden geheel op zichzelf; geen hoogleeraar, geen predikant, niemand ter wereld bemoeit zich met hen; de student, indien hij ijverig is, bezoekt de colleges; wordt geëxamineerd; maakt een enkel maal theevisite bij een hoogleeraar; raadpleegt hem soms over boeken, — doch gaat verder geheel zijn eigen gang/ Zoo is het meestal hier en op het vasteland in Europa; zóó is het. niet overal; zoo is het b. v. niet in Engeland, met zijne beroemde universiteiten van Oxford en Cambridge, waaruit zoovele groote en bekwame mannen zijn voortgekomen. Aan die Universiteiten wordt elk student gesteld onder de leiding van een oudere, die zijne studies reeds voleindigd heeft, en wiens roeping het is de studies van den student te leiden. Deze tutor wijst den student de boeken die hij te lezen, en de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1893

Jaarboeken | 196 Pagina's

Dertiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 37

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1893

Jaarboeken | 196 Pagina's