Dertiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 42

De Christenen toch, die zich niet wenschen te wijden aan de wetenschap als zoodanig, zullen toch altijd nog om de eerst door mij behandelde redenen onze Christelijke Universiteit boven de andere verkiezen. De voorbereiding voor een beroep, d. w. z. de kennis van de wetten die daarbij te pas komen, het onderling verband der wetsartikelen, dat alles zal in verschillende universiteiten niet heel ver uiteenloopen, en de vooruitzichten der studenten behoorden dus op dit punt dezelfde te zijn, onverschillig waar zij studeeren. Dit is echter ongelidtkig niet zoo. Van oude lijden her is de uitoefening van sommige beroepen, vooral het bekleeden van sommige ambten, verbonden aan het bewijs dat men aan openbare universiteiten examen heeft afgelegd. Zoolang er enkel openbare universiteiten waren, was dit te verdedigen. Thans is door deze regeling eene groote om-echtvaardigheid ontstaan, en wij mogen niet rusten, voordat het bekleeden van ambten en beroepen verbonden is geworden, niet aan doctorale graden, maar aan speciale examens met het oog op die ambten of beroepen afgenomen. Doch op dit oogenblik bestaat nog die onrechtvaardigheid, en ontstaat dus de vraag, of onze studenten daardoor in hunne vooruitzichten worden belemmerd. Daaromtrent merk ik in de eerste plaats op, dat voor een groot aantal bezoldigde betrekkingen, veelal door meesters in de rechten bekleed, de overlegging van een doctoralen bul niet wordt gevorderd. Ik noem: het bestuur der gemeenten: burgemeesters en secretarissen; het bestuur der provinciën: Commissaris der Koningin, Gedeputeerden ; griffier; de departementen van algemeen bestuur; bij alle departementen, met uitzondering van dat van Marine, zijn thans ook juristen in dienst; doch een doctorale titel is geen vereischte. Verder: de diplomatie en het consulaatwezen; ook daarvoor staat de toegang open voor elk die aan de eischen van een door een commissie af te nemen examen voldoet. Hetzelfde geldt voor het notariaat, alsmede voor de registratie, een vak waarvoor de rechtsgeleerde kennis onontbeerlijk is, en waarbij thans dan ook 8 rechtsgeleerden werkzaam zijn. Ik wijs verder op de betrekkingen van inspecteurs en opzieners bij het sohoolonderwijs; op de arbeidsinspecteurs; de commissarissen van politie; de archivarissen; de leeraren in de staatswetenschappen bij Landbouw en Middelbaar onderwijs; de Eekenkamer; het Bestuur van de Nederlandsche Bank; dat van het muntwezen, alle welke beti-ekkingen thans ook aan juristen worden opgedragen, terwijl daarvoor geen doctorale bul wordt

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen