Dertiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 45

XLIII

Christus of met den godsdienst in 't algemeen. Het gevaar van ons onderwijs, zoowel op de hooge als op alle andere openbare scholen^ ligt niet hierin, dat men met opzet het geloof bestrijdt; doch hierin, dat men het leven en de wetenschap losmaakt van het geloof, en den mensch gewent aan de gedachte, dat hij op elk gebied, vooral op dat der wetenschap, met God den Heere en Jezus Christus Zijnen Zoon niet te maken heeft. Doch juist tegen dat gevaar is geheel ons juridiek onderwijs gericht, en dit onderwijs zou dus al zeer onbeduidend en onvoldoend moeten zijn, indien onze studenten enkel door het aanhooren van colleges waar Gods AVoord stilzwijgend voorbijgegaan wordt van de wijs geraakten. Mijne slotsom is dus, dat, indien zij die aan onze Universiteit studeeren ook colleges van professoren aan andere Universiteiten Avillen bijwonen; daartegen geen principieel bezwaar bestaat. Dit is geenszins, gelijk ten onrechte beweerd is, het „studeeren aan twee universiteiten". De student, die de boeken van een tegenstander leest of diens colleges hoort, hlyft toch in den kring ivaarin hij zich heeft laten opnemen studeeren, onder de leiding van de hoogleeraren welke dien kring in zijne studiën leiden. D e studie aan de Vrije Universiteit blijft altijd de hoofdzaak, de grondslag; het hooren van professoren aan een andere universiteit is aanmdli7ig; niet omgekeerd; alsof men aan de openbare universiteiten eene Christelijke opleiding zou kunnen ontvangen, mits maar een enkel professor, als een vreemde eend in de bijt, aan het corps leeraren werd toegevoegd! Bij zulk eene combinatie toch wordt niet de verkeerde richting van het openbaar onderwijs, maar wel de zoogenaamde „aanvulling" geneutraliseerd. Ik meen derhalve, dat het vooruitzicht om betrekkingen te bekleeden voor de jongelieden die aan de Vi-ye Universiteit in de rechtsgeleerdheid hebben gestudeerd, even goed is als dat van de kweekelingen aan andere universiteiten, mits zij zich de moeite getroosten om zich, behalve aan de examens van hun eigen professoren, ook aan die van eene openbare universiteit te onderwerpen. Zij kunnen dat m. i. doen zonder groot bezwaar; doen zij dat echter niet, dan is voor een kleinen, doch gewichtigen kring van betrekkingen de toegang voor hen gesloten ; voor verreweg de meeste betrekkingen echter zijn zij ook zonder aan de openbare hoogescholen een titel te hebben erlangd, benoembaar. En hiermede meen ik de gestelde vraag te hebben beantwoorde Hierop erlangt Prof. Rutgers het woord van den voorzitter,, om een paar punten nader aan te dringen, en tegen een enkel punt bezwaar in te brengen. Hij wil er op aandringen, dat niet alle Christenen in de wereld, maar toch meer dan thans in de rechtsgeleerdheid zullen studeeren.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen