GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Twintigste Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 31

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

ÏXIX

Maar juist die worsteling voor de eere van Gods naam toont aan, dat niet allen des Heeren naam heiligen. Deze naam deelt de menschheid in tweeën; in wedergeborenen en onwedergeborenen; in geestelijken en vleeschelijken. Tweeërlei zijn de vermogens. Met van wat meer of minder, van wat dichter-bij of verder-af is sprake, maar er is tweeërlei leven en wereldbeschouwing, tweeërlei wetenschap, een ware en een valsche. De eene, die bij het licht des levens, de zonne der gerechtigheid, de openbaring Gods ziet en erkent; en een andere, die den naam des Heeren niet ziet, voorbijgaat, loochent; die leert Gods schepping te misbruiken ter sterking van het schepsel tegen God. En omdat het weten en denken heerscht over het willen en handelen, regelt zich ook de praktijk des levens naar het licht der kennis, en zóó komt het, dat er een maatschappij kan ontstaan, waarin de wetgeving en de rechtspraak, het nationale leven en streven niet voor de eere van des Heeren naam opkomt, maar dien naam niet heiligt, God niet eert. Nadat van Ps. 29 het Ie en 6e vers waren gezongen, ging spreker tot behandeling van het derde punt over. Daarin betoogde spreker dat de gemeente moet arbeiden opdat des Heeren naam worde geheiligd. De gemeente, niet de geïnstitueerde kerk, waarin de gemeente inwoont, maar de gemeenschap der geloovigen. Zji, die dien naam kunnen kennen en tot dit kennen zijn vernieuwd. Zij hebben de roeping voor dien naam te getuigen; zij hebben er de zalving toe; het is hun dienst, dien naam te doen kennen. Des Heeren naam moet beleden in woord en daad tegenover hen, die dien naam niet kennen, en dat moet in de eerste plaats geschieden tot eere Gods; in de tweede plaats als middel van verlichting en bekeering en eindelijk om huis en maatschappij en volk te zegenen met den naam van God den Heere. Het spreekt vanzelf dat daartoe heel de openbaring Gods in de Schrift en in de natuur onderzocht, nagedacht en verstaan moet worden. En hiertoe is de Universiteit noodig. Zij is het, die zoekt en leert zoeken, die doet verstaan wat God de Heere gaf en geeft, en dit leert toepassen op leven en werken van geest en lichaam, van huis en kerk, maatschappij en volk. Onze Hooge School kweekt ware wetenschap, en het zijn hare kweekelingen, die deze uitdragen in woord en schrift, in raads- en rechtzaal, in school en kerk; in het volle^ rijke leven. Yan den bloei onzer Universiteit hangt dan ook zeer veel af, en haar arbeid zal niet ijdel zijn in den Heere. Neen, voor ontmoediging bestaat geen vrees, al hebben we oogenblikken als eenmaal de Duitschers kenden bij Gravelotte, dat na moeilijken strijd de overwinning ons nogi dreigt te ontsnappen; ook voor ons zal eenmaal de ure komen dat de overwinning ons wordt geschonken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1900

Jaarboeken | 179 Pagina's

Twintigste Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 31

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1900

Jaarboeken | 179 Pagina's