Twee-en-twintigste Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 11

VOORSTELLEN TOT WIJZIGING VAN DE STATUTEN ENZ.

Ten einde de "wijzigingen in de Statuten enz., welke de Commissie wenschelijk acht, zóó voor te stellen, dat zij in ieder opzicht aanstonds duidelijk zijn, volgt nu hieronder een afdruk van de bestaande regelingen, waarin, telkens wanneer eene wijziging voorgesteld wordt, die wijziging naast den bestaanden tekst geplaatst is; zoodat de bedoeling is, dat onveranderd blijft wat over de geheele breedte der bladzijde gedrukt is, terwijl de voorgestelde wijzigingen achtereenvolgens te vinden zijn in hetgeen over de helft der bladzijde aan de rechterzijde te lezen staat. Voor het overige worden alle die voorstellen hier gedaan, zonder dat bij ieder op zich zelf eene min of meer volledige motiveering gegeven wordt. Zulke motiveering. die een werk van grooten omvang zou geweest zijn, kan bij deze wijzigingen grootendeels overbodig geacht worden. En voor zoover zij wenschelijk schijnt, kan zij wel bepaald worden tot de volgende opmerkingen over hare strekking. 1°. Allereerst is de bedoeling, om op wettelijke wijze een nauwer verband te leggen tusschen de Vrije Universiteit en de Gereformeerde Kerken in Nederland, en dit zóó te bepalen, dat in ieder geval de controle van die kerken aan de Universiteit ten goede komt; dat er gelegenheid overblijft voor onderscheidene verhoudingen, ook bij pvijziging van de thans bestaande overeenkomst; en dat de vrijheid en zelfstandigheid van de Universiteit genoegzaam gewaarborgd kunnen blijven. Hierop zien inzonderheid de voorstellen met betrekking tot art. 3 der Statuten, artt. 14 en 12 van het Huishoud. Regl. en art. 6 van de Instructie voor het bestuur. 2". Andere wijzigingen hebben ten doel, den invloed te vermeerderen van de leden der Vereeniging, van de curatoren der Universiteit, en van hare hoogleeraren, op den gang van zaken in het algemeen, en met name op de samenstelling van het bestuur, op onderscheidene bestuurshandelingen, en op het geldelijk beheer. Bij de oprichting der Vereeniging, in 1879, is, om practische redenen (meest om te voorkomen, dat er, bij de stichting van de Vrije Universiteit en bij hare eerste inrichting, tegen de hoofdbedoeling van de stichters zou gehandeld worden, en om het nemen van de vele maatregelen, die daarbij noodig waren, zooveel mogelijk te bespoedigen), aan het bestuur eene bijzonder groote macht toegekend. Dit heeft destijds ook goed gewerkt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen