Jaarboek 1935 - pagina 100

98 is ook inderdaad bet geval, bepaald bijzondere mededeeling,en heeft de Secretaris, zooals het vorig jaar wel het geval was, niet te doen. Geen legaten, geen ingrijpende wijzigingen, in de leiding der Vereeniging of van het Hospitium, geen nieuwigheden, ons karretje liep over een zandweg. Toch m.ag ik wel één vooropmerking maken. Het rectoraat van' den Senaat der Universiteit heeft naast zijn lusten, men leze straks de oratie 1934 van Prof. Mr. V. H. Rutgers, ook zijn lasten. Tot die lasten mag hier gerekend worden het presidium onzer Vereeniging. Men schijnt, zulks in tegenstelling met het Secretariaat, voor zulk een last te mogen bedanken. Dat is ook thans weer geschied, zoodat voorloopig niet Prof. Dr. J. Wille, maar Prof. Dr. D. H. Th. Vollenhoven de leiding heeft. De rooster van aftreden van de bestuursleden, die overeenkomstig artikel 4 sub. d door de ledenvergadering worden gekozen, is als volgt: "4^mm Mr. J. W. GOEDBLOED 1934 ' "^ Ds. J. J. MIEDEMA 1935 Mr. D. W. O. A. SCHUT 1936 Prof. Dr. R. H. WOLTJER 1937 Ds. CHR. BRUINS 1938, zoodat deze vergadering moet voorzien in de vacature ontstaan door het aftreden van Mr. J. W. Goedbloed, die herkiesbaar is. Het reeds vroeger vermelde feit, dat niet de afgetreden rector. Prof. Mr. V. H. Rutgers, noch de thans nieuw opgetreden rector. Prof. Dr. J. Wille, heden voorzit, is een omstandigheid, waartoe de Statuten de mogelijkheid niet afsnijden, immers artikel 4 bevat bij de bepaling omtrent de samenstelling van het bestuur en de vaststelHng van den regel, dat de Rector Magnificus der Vrije Universiteit ambtshalve lid en voorzitter is, den nooduitgang „voorzoover hij zich daartoe bereid verklaart". Dat deze nooduitgang is benut biedt het voordeel, dat de Vereeniging een bijna onmisbaren Voorzitter in de persoon van Prof. Vollenhoven behield, die altijd paraat was tot het nemen der talrijke beslissingen, die in Juli en September op afdoening wachten. De regeling omtrent restitutie van genoten toelagen in het voorgaande verslag vermeld, werd verder toegepast en doorgevoerd. Hoewel het officieel tot op heden totaal uitgekeerde bedrag van meer dan ƒ 200.000.— ongetwijfeld op verre na niet teruggestort zal worden, mag toch met eenigen trots worden vermeld, dat uit deze inkomsten over het afgeloopen jaar ƒ 7077.25 aan het onaantastbaar kapitaal werd toegevoegd, terwijl nog f 330.-— aan de winst- en verliesrekening ten goede kwam. Het Bestuur heeft besloten den weg te bewandelen, dien ook het Rijk volgt: terstond, wanneer een behoorlijke positie verworven is.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen