Jaarboek 1937 - pagina 40
38
op het volksleven grooter dan afgemeten kan worden naar de kleinheid van den eigen kring. Daarin is de breedere beteekenis te zoeken, die de V.U. heeft voor het Nederlandsche volk in zijn geheel. Maar daarom ook mag hier gewaagd worden van een roeping onzer Universiteit in ruimeren zin, een roeping die op wijder kring dan dien van het Gereformeerde Volksdeel alleen betrekking heeft. Draagster van een traditie, die haar wortel zoekt in onze gouden eeuw, beseft zij, dat ook hier adeldom verplichtingen schept en wenscht zij die verplichtingen te honoreeren. * * Mijn openingswoord voor onzen 56sten toogdag is niet in jubeltoon gesteld. Daarvoor moest ik op te veel zorgen wijzen. Niettemin zou ik tekort schieten, indien ik u alleen op de schaduwen wees, die op onzen weg vallen, indien ik ten besluite niet een woord van dankbaarheid en van hoop en vertrouwen liet volgen. Want boven alle zorgen, die ons in dezen tijd omringen en ons drukken, moeten we het getuigenis doen uitklinken, dat we door Gods gunst vele driewerf verbeurde zegeningen hebben mogen ontvangen, dat de bede om bewaring en instandhouding genadige verhooring heeft gevonden en dat — ja dit niet in het minst — dat we ook dit jaar weer hebben mogen dienen: dienen een beoefening der wetenschap, die haar uitgangspunt èn haar rustpunt vindt in Hem, die Koning is van Hemel en van Aarde. Hiervoor past het ons ootmoedig te danken. En dan volgt vanzelf een woord van hoop en van vertrouwen, beide geworteld in Gods beloften. Zelfs bij ontrouw onzerzijds mogen we nog bidden om Zijn trouw en als wij ons beijveren om trouw te zijn aan hetgeen Hij van ons vraagt, dan zullen wij op Zijn zegen niet tevregeefs hebben gehoopt. „Zoo gij een geloof hadt als een mosterdzaad, gij zoudt tot dezen berg zeggen: Ga van hier derwaarts! En hij zal heengaan; en niets zal u onmogelijk zijn." In dat geloof is ons voorgeslacht in het jaar 1880 dezen arbeid begonnen. Wanneer wij in datzelfde geloof werkzaam willen zijn, dan behoeven de financiën geen zorg meer te baren. Dan verdwijnen ook de wolken, die op ander terrein soms het licht op onzen weg onderscheppen. Maar op dat geloof komt het dan ook aan. Met dat geloof staat de gunste van onzen God in verband. Dat geloof geeft de saambinding, die wij als menschen zoo noodig hebben. Dat geloof leidt tot wegcijfering van onszelf en maakt bereid om te dienen. Te dienen ook een beoefening der wetenschap, geworteld in het Gereformeerde levensprincipe.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1937
Jaarboeken | 182 Pagina's