Jaarboek 1937 - pagina 84

82

opzichte van deze wet, willen wij de Gereformeerde opvatting uitwerken aan één voorbeeld. Achtereenvolgens komen nu ter sprake Bahr, Witsius e.a. Uit den nieuweren tijd wordt vooral stilgestaan bij Eichrodt. Vooral aan de kwestie, of er een bepaald schema, bepaalde ,.Deutungsregeln" voor den exegeet te geven zijn, wordt aandacht gewijd. De zaak is niet zoo eenvoudig, dat men met een combinatie van die van Bahr en Witsius er komt. Maar afgedacht hiervan zullen bruikbare aanwijzingen voor de verklaring der ceremonieele wet pas gegeven kunnen worden, wanneer de exegese van de boeken van Mozes van Gereformeerde zijde is voortgeschreden. Wie zulk een ceremonieel gedeelte uitlegt voor de kerk van Christus stelt zich in elk geval drie vragen: 1. Wat openbaart dit voorschrift, deze instelling aangaande God? 2. Wat leert dit voorschrift dit symbool op type aangaande den Christus Gods? 3. Wat leert dit voorschrift ons voor wat in den mensch moet aanwezig zijn, dus aangaande den eisch Gods? Ten besluite geeft ref. een voorbeeld van de uitlegging van een ceremonieel gedeelte van Exodus, n.l. Ex. 20 : 22—26. Aan de discussie over dit referaat namen deel de heeren Prof. Dr. C. van Gelderen, Dr. K. Sietsma, Prof. Dr. Ch. Aalders, Ds. H. Steen en Ds. P. N. Kruyswijk.

§ 16.

Bibliotheek.

Aanvankelijk scheen het, of in 1936 voor de bibliotheek een ideaal in vervulling zou gaan: het bezit van een eigen gebouw, onmiddellijk grenzend aan het welbekende complex aan de Keizersgracht, en alles aanbiedend, wat reeds zoo lang en bij toeneming pijnlijk werd gemist: een ruimer leeszaal, een kleinere tweede studielokaliteit, een behoorlijk bruikbaar uitleenbureau met genoeg plaats zoowel voor catalogi en bibliographie, als voor bezoeken en personeel, een vertrek voor den bibliothecaris, aaneengesloten magazijnruimten met voldoende perspectief voor de naaste jaren, en voorziening in enkele kleinere, maar even wezenlijke, behoeften. Maar vele besprekingen, metingen en berekeningen brachten ten slotte het besluit van het voorzichtig financierende Directorium: hoe gaarne wij zouden willen overgaan tot deze passende oplossing van het bibliotheekvraagstuk, de slechte staat der geldmiddelen laat het niet toe. Het begeerde huis werd verhuurd, en de bibliotheek bleef op zolder. Evenwel niet zonder de toezegging van uitbreiding van bergruimte en verbetering der werkgelegenheid voor verzorgers en gebruikers der bibliotheek; de vergrooting, die tot stand zal komen in den zomer van 1937 zal slechts kunnen geschieden door inkrimping van het het hospitium.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen